18
NL
Gebruiksinstructies
Het verstellen van de rotatiesnelheid
• De snelheid kan versteld
worden met behulp van de
snelheidsregelaar (7). Zo
optimaliseert u de snelheid
voor het te zagen materiaal
• In de lijst hieronder vind
u een richtlijn met de
snelheidsselectie voor
verschillende materialen:
Het bevestigen van de geleiderails
• Voor uitleg over het bevestigen van de geleiderails
en het gebruik van de accessoires, zie de accessoire
sectie in de handleiding. Pagina 20-21
Het gebruik van de fijn-verstelknoppen
• De fijn-verstelknoppen (9 & 15) maken het mogelijk om
overmatige beweging tussen de rails en de zaag op te
lossen en zo nauwkeurigheid te verzekeren
1. Draai de vergrendelknoppen van de fijn-verstelknoppen
(9 & 15) los
2. Plaats de zaag op de geleiderails
3. Verstel de hendels om de overmatige beweging op
te lossen en draai de knoppen vast om de hendels in
positie te vergrendelen
LET OP:
De nokken zijn volledig ingeschakeld wanneer de
hendels in de middenpositie staan
Anti-terugslag
• Terugslag is een plotselinge reactie op een vastlopend,
geforceerd of een foute uitlijning van het zaagblad,
waardoor de zaag uit het materiaal omhoog, naar de
gebruiker wordt geschoten.
• De anti-terugslag eigenschap van de zaag voorkomt
verwondingen aan de gebruiker wanneer de zaag
plotseling terugslaat
1. Roteer de antiterugslagknop (10) naar de ‘0’ positie
(voordat de zaag op de geleiderails geplaatst wordt)
2. Wanneer de zaag in de geleide groef geschoven
wordt, wordt de antiterugslagfunctie automatisch
ingeschakeld
LET OP:
Wanneer terugslag voorkomt controleert u de
geleiderails op beschadigingen, voordat u verder gaat
met de snede
Zagen
BELANGRIJK
• Controleer of het werkstuk en de geleiderails juist zijn
ondersteund en vergrendeld zodat deze tijdens het
zagen niet bewegen
• Houd de zaag stevig met beide handen vast
• Duw de zaag voorwaarts. Trek de zaag NOOIT naar u
toe
• Draag de benodigde veiligheidsuitrusting. Zie
‘Veiligheid’
1. Controleer of de geleiderails vergrendeling (14) en de
antiterugslagknop (10) in de ‘0’ positie staan
2. Plaats de voorzijde van de zaag op de geleiderails
3. Voor het maken van schuine sneden vergrendelt u de
zaag op de geleiderails door de vergrendeling (14) naar
de ‘I’ positie te draaien
4. Roteer de functie selectie hendel (10) naar de
vrije inval functie, of naar de
krasfunctie voor het maken van een krassnede
5. Houd de zaag stevig met beide handen vast en druk de
trekker schakelaar (5) in
6. Laat het zaagblad op volle snelheid komen, druk de
inval vergrendelknop (2) in en laat het blad tot de
gestelde diepte in het werkstuk zagen
7. Duw de zaag voorwaarts door de geleiderails en maak
de zaagsnede in het werkstuk
8. Voed de zaag met een constante snelheid – een te
snelle voeding geeft een overmatig druk op de motor en
een te langzame voeding kan het werkstuk verbranden.
Voorkom plotselinge bewegingen van de zaag
9. Wanneer de zaagsnede voltooid is, laat u de trekker
schakelaar (5) los en wacht u tot de zaag tot stilstand
komt voordat deze uit het werkstuk wordt haalt
Het maken van schuine sneden
BELANGRIJK
: Bij het maken van schuine sneden hoort de
zaag op de rails vergrendeld te worden
1. Roteer de geleiderails vergrendeling (14) naar de ‘I’
positie zodat de zaag in de rails wordt vergrendeld
Het maken van vrije inval zaagsneden
1. Gebruik de zaaglengte indicatoren (23) om de zaag op
de rails te plaatsen waar het blad het werkstuk in hoort
te gaan
2. Houd de zaag stevig met beide handen vast en druk de
trekker schakelaar (5) in
3. Laat het zaagblad op volle snelheid komen, druk de
inval vergrendelknop (2) in en laat het blad tot de
gestelde diepte in het werkstuk zagen
4. Gebruik de zaaglengte indicatoren (23) om de zaag op
de gewenste plaats uit het werkstuk te tillen
5. Laat de zaag tot stilstand komen voordat de zaag uit
het werkstuk wordt gehaald
Materiaaltype
Snelheidsinstelling
Hout (hard of zacht)
4-6
Spaanplaat
5-6
Laminaat, meubelplaat,
opgelegd en gecoat hout
2-5
Hardboard
1-4
950638_Z1MANPRO1_additional AU text.indd 18
27/08/2014 11:34