82-NL
81-NL
– 41 –
• Controleer na het installeren dat er geen koelmiddel lekt.
Wanneer ontsnapt gasvormig koelmiddel in de buurt of in contact
komt met open vuur, zoals bij een gasfornuis, kunnen giftige
gassen worden gevormd.
• Na het installeren of verplaatsen van de airconditioner volgt u
de aanwijzingen in de installatiehandleiding voor het volledig
ontluchten van de leidingen, zodat er in het koelsysteem geen
ander gas overblijft dan alleen het koelmiddel. Bij onvolledig
ontluchten kan de airconditioner niet goed functioneren.
• Gebruik stikstofgas voor de test op luchtdichtheid.
• De oplaadslang moet zo worden aangesloten dat deze niet slap
hangt.
• Ventileer de ruimte direct indien er tijdens het installeren
koelmiddel lekt. Wanneer koelgas uit het toestel lekt en in
contact komt met open vuur, kunnen giftige gassen ontstaan.
Elektrische bedrading
• Alleen een bevoegd installateur (*1) of een bevoegd
onderhoudsmonteur (*1) mag elektrische werkzaamheden aan
de airconditioner verrichten. Onder geen voorwaarde mag dit
werk worden verricht door een onbevoegde, aangezien fouten
of vergissingen kunnen leiden tot elektrische schokken en/of
kortsluiting of lekstroom.
• Bij het aansluiten van de stroomdraden, het repareren
van elektrische onderdelen of het verrichten van andere
elektrische werkzaamheden dient u handschoenen te dragen
ter bescherming tegen hitte en elektrische stroom en isolerend
schoeisel en beschermende kleding tegen elektrische schokken.
Als u dergelijke beschermende kleding niet draagt, loopt u de
kans op elektrische schokken.
• Draag hittebestendige werkhandschoenen, isolerende
schoenen en andere geschikte werkkleding ter bescherming
tegen elektrische schokken tijdens het uitvoeren van de
adresinstellingen, een test of oplossen van problemen via het
controlevenster op de elektraregelbox. U krijgt anders mogelijk
een elektrische schok.
• Gebruik bedrading die voldoet aan de speci
fi
caties in de
installatiehandleiding en de ter plaatse geldende voorschriften
en wetten. Het gebruik van bedrading die niet voldoet aan de
speci
fi
caties kan resulteren in elektrische schokken, kortsluiting
en lekstroom, rookontwikkeling en/of brandgevaar.
• Controleer dat het systeem goed geaard wordt. (aarden)
Een foute aarding kan een elektrische schok veroorzaken.
• Sluit de aarding niet aan op een gasleiding, waterleiding,
bliksema
fl
eider of een aardleiding voor telefoonkabels.
• Na het voltooien van de verplaatsing of het reparatiewerk
dient u te controleren of de aardleidingen naar behoren zijn
aangesloten.
• Installeer een stroomonderbreker die voldoet aan de
speci
fi
caties in de installatiehandleiding en de ter plaatse
geldende voorschriften en wetten.
• Installeer de stroomonderbreker op een plaats waar die goed
toegankelijk is voor de gebruiker.
• Als u de stroomonderbreker buitenshuis aanbrengt, let dan goed
op dat het een speci
fi
ek voor buitengebruik geschikt type is.
• Onder geen voorwaarde mag het netsnoer worden verlengd.
Aansluitproblemen op een plaats waar het netsnoer is verlengd
kunnen leiden tot rookontwikkeling en/of brandgevaar.
• Werkzaamheden met elektrische bedrading moeten altijd worden
uitgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving,
wetten en de installatiehandleiding.
Doet u dit niet, dan kan dat leiden tot elektrocutie of kortsluiting.
• Tap geen stroom af van het stroomaansluitblok op de buitenunit
voor een andere buitenunit. De capaciteit van het aansluitblok
wordt anders namelijk overschreden met mogelijk brand als
gevolg.
• Gebruik voor elektraverbindingen het in de installatiehandleiding
gespeci
fi
ceerde draad, en verbind en bevestig de draden
goed zodat deze geen extra kracht op aansluitingen kunnen
uitoefenen of losschieten. Onjuiste aansluitingen en verbindingen
kunnen brand veroorzaken.
1117101201-3 EN.indd 41
1117101201-3 EN.indd 41
8/8/2559 BE 3:49 PM
8/8/2559 BE 3:49 PM