AT 300 series
40.020.933 - rev. 04 - 2011
15
Nederlands
De vlam dooft direct
na het aansteken.
11 De schoorsteen heeft
een te grote of onregel-
matige trek.
Breng een schoorsteenklep
aan, zie “schoorsteen”.
Stel de schoorsteen af op de
juiste trek ( zie onderhouds-
tabel 5.1) met het contrage-
wicht op de klep (fig.9).
Dealer
12 De trek in de schoor-
steen is te laag.
Controleer alle verbindingen
in de schoorsteen.
Gebruiker
Reduceer het aantal boch-
ten.
Gebruiker
Verhoog de schoorsteen.
Gebruiker
Isoleer de schoorsteen bui-
ten het gebouw.
Gebruiker
Controleer de schoorsteen,
zie “schoorsteen”.
Gebruiker
13 De maximaal thermos-
taat is onjuist ingesteld
of defect.
Reset de thermostaat, zie fig.
3(Q).
Gebruiker
Vervang de thermostaat, zie
fig. 3(Q).
Dealer
14 De overloop beveiliging
is vol afvalolie.
Voor AT 306:
Reinig het schaaltje van de
overloopbeveiliging, de ver-
brandingsschaal en de
bodem van de verbrandings-
kamer.
Gebruiker
De vlam dooft direct
na het aansteken.
De overloop beveiliging
is vol afvalolie.
Voor AT 307:
Reinig het schaaltje van de
overloopbeveiliging, de ver-
brandingsschaal en de
bodem van de verdamper.
Gebruiker
De brandstofpomp
draait niet en de con-
trolelamp brandt niet,
terwijl de kachel
voorverwarmd is en
de schakelaar in de
stand “1” of “2” staat.
Zie storingen: 3, 6 en 14.
Storing
Oorzaak
Oplossing
Actie