77
76
WEATHER BOY –
Radiografisch weerstation
5.2 Zender (Fig. 3):
D 1:
LED transmissie indicator
D 2:
Batterijvak
D 3: 1/2/3
schuifschakelaar voor de kanaalselectie
D 4:
Wandbevestiging
D 5: RESET
toets
6. Inbedrijfstelling
6.1 Plaatsen van de batterijen
• De beschermfolie van het display van het basisapparaat verwijderen.
• Open de batterijvakken van de zender en de ontvanger en plaats de apparaten op een afstand van ca. 1,5 meter van elkaar
op een tafel. Vermijd de nabijheid tot eventuele stoorbronnen (elektronische apparaten en radiografische installaties).
• Plaats twee nieuwe batterijen 1,5 V AA in het batterijvak van het basisapparaat en direct daarna twee nieuwe batterijen
1,5 V AA in de buitenzender. Let op de juiste polariteit bij het plaatsen van de batterijen.
• U hoort een signaal en alle segmenten van het scherm verschijnen kort. De LED transmissie indicator op de zender knip-
pert rood.
• Na de succesvolle inbedrijfstelling sluit u de batterijdeksel weer zorgvuldig.
6.2 Buitentemperatuur ontvangst
• Na het plaatsen van de batterijen worden de meetgegevens van de buitenzender naar het basisapparaat getransporteerd.
Het ontvangstsymbool voor de zender knippert.
• Zodra het basisapparaat de buitentemperatuur heeft ontvangen, wordt de buitentemperatuur permanent weergegeven.
• Worden de buitenwaarden binnen 3 minuten niet ontvangen, verschijnt „- -" permanent op het display. Test de batterijen en
begin opnieuw. Verwijder eventuele stoorbronnen.
• U kunt de buitenzenderzoeker op een later tijdstip ook handmatig starten (bijv. bij verlies van het buitenzendersignaal of na
een batterijwissel).
WEATHER BOY –
Radiografisch weerstation
• Druk op de
+/CH
toets en houdt deze drie seconden lang ingedrukt. De geregistreerde buitenzender (kanaal) wordt gewist.
• Druk op de
RESET
toets op de buitenzender. De gegevens worden onmiddellijk overgedragen.
6.3 Ontvangst van de zendergestuurde tijd
• Na 3 minuten begint het basisstation met de ontvangst van het radiografische tijdsignaal. Het DCF-ontvangstsymbool knip-
pert. Als na max. 7 minuten de ontvangst succesvol is, verschijnen de zendergestuurde tijd, het DCF-ontvangstsymbool, de
datum en de weekdag permanent op het display.
• De tijd wordt om 1:00 uur, 2:00 uur en 3 uur 's nachts geactualiseerd (minste interferentie).
• Wordt er geen tijdcode ontvangen, wordt de ontvangst om het volgende hele uur geactiveerd (tot 5 keer).
• U kunt de initiatie ook handmatig starten. Druk 2 seconden op de
–
/WAVE
toets. Het DCF-ontvangstsymbool knippert.
• Als u tijdens de actieve DCF77-signaalontvangst nogmaals op de
–
/WAVE
toets drukt, is de ontvangst van het radiosig-
naal beëindigd.
• Er zijn drie verschillende ontvangstsymbolen:
knippert – ontvangst is actief
blijft staan – ontvangst is goed
geen symbool – geen ontvangst
• Normaal is de standaard DCF-ontvangst ingeschakeld en na een succesvol ontvangst van het DCF-signaal is een handmati-
ge tijdaanpassing niet nodig.
• Als de zendergestuurde klok geen DCF-signaal ontvangt (wegens storingen, afstand, enz.), kunt u de tijd ook handmatig
instellen. De klok werkt dan als een gewone kwartsklok (zie: Instellingen voor tijd, kalender en locatie).
Aanwijzing voor de ontvangst van de zendergestuurde tijd
De tijdbasis voor de zendergestuurde tijd is een cesium-atoomklok van het Physikalisch Technische Bundesanstalt Braun-
schweig. Met een afwijking van minder dan 1 seconde in één miljoen jaar.
TFA_No. 35.1159_Anleitung_ 17.06.2020 18:09 Uhr Seite 39