TEUFELBERGER CEclimb, Руководство пользователя

Страница: 160 / 188

10
alGEmENE VEiliGHEiDsmaaTrEGElEN biJ HET GEbruik VaN PVu mET HOuD-fuNCTiE.
Deze uitrusting werd ontwikkeld voor gebruik als deel van het houd-systeem.
Ze mag uitsluitend gebruikt worden na een precieze risicoanalyse, die aangetoond heeft dat
het werk veilig uitgevoerd kan worden en dat het gebruik van een ander, potentieel veiligere
uitrusting, niet uitvoerbaar is.
De gebruiker dient ten allen tijde met tenminste één ankerpunt verbonden te zijn.
Ieder ankerpunt en de verbinding daarmee moet een passende en afdoende stevigheid en
stabiliteit hebben, zodat iedere voorzienbare belasting, inclusief de belasting in het geval
van een redding, opgenomen kan worden.
De uitrusting moet dusdanig gemonteerd en gebruikt worden dat onvoorziene of ongecon-
troleerde bewegingen van de gebruiker verhinderd worden.
Het risico van een val moet ten allen tijde geminimaliseerd worden.
Wanneer het gevaar van een val bestaat moet een valbeveiligingsuitrusting gebruikt worden.
Houd-systemen worden gewoonlijk met een centraal ankerpunt van een zitgordel verbon-
den. Bij enkele zitgordels wordt als centraal ankerpunt rollende/glijdende hardware op een
“brug” van textiel aangenomen. Kijk de details van de betreffende zitgordel na in de informa-
tie van de handelaar.
Een houd-systeem mag uitsluitend gebruikt worden wanneer:
dat systeem een passend veiligheidssysteem ter verhindering of beveiliging van
een val omvat (en de gebruiker daarmee verbonden is). Een tweede constructief
onafhankelijk ankerpunt is noodzakelijk, vooral gedurende snoeiwerk; of
in gevallen waarin a) niet rationeel bruikbaar is, alle mogelijke maatregelen getrof-
fen worden om zeker te stellen dat het houd-systeem niet faalt.









a.
b.
alGEmENE VEiliGHEiDsmaaTrEGElEN biJ HET GEbruik VaN PVu mET HOuD-
fuNCTiE