8.3.3. “Green-modus” (alleen warmtepomp zal werken bij normale werksituatie)
8.3.4. “Boost-modus”
+ .
8.3.5. “E-heater alleen”
.
8.3.6. “Fan-modus”
.
8.3.7. “Ontdooimodus”
. (Fig. 25)
64
o
Temperatuurbereik 38°C
~60
°Cstandaard 50°C
o
Het toestel zal werken of stoppen op basis van de bovenste tank en de lagere watertemperatuur van de tank.
o
Compressorbesturing:
o
Bij lagere tankwatertemp. < Tset-5
°Cparameter 1°C
of bovenste tankwatertemp. ≤ Tset-7
°C
, of lagere tankwatertemp. ≤
35°C, dan start de compressor.
o
Wanneer de watertemperatuur van de bovenste tank > Tset en de lagere watertemperatuur van de tank. > Tset of lagere
watertemperatuur tank > 60
°C, dan stopt de compressor;
o
Elektrische verwarmer aan/uit voor speciaal gebruik: extreme bescherming van het milieu, 3 keer storing en storing van
de watertemperatuursensor van de bovenste tank
o
In de GREEN-modus, wanneer de werklimiet milieubescherming heeft plaatsgevonden, 5 minuten nadat de compressor
is uitgeschakeld, en als de bovenste watertanktemperatuur < Tset+1°C, is de elektrische verwarmer aan. Als temperatuur bovenste
watertank ≥ T set+1
°C
, tot temperatuur bovenste watertank ≤ Tset-5
°C, is de elektrische verwarmer aan (de foutcode wordt nog
steeds weergegeven).
o
Als er 3 keer een hoge- of lagedrukstoring is opgetreden, wordt de unit na 5 minuten vergrendeld. Als de temperatuur van
de bovenste watertank < Tset+1°C
is, is de elektrische verwarmer aan. Als de temperatuur van de bovenste watertank ≥ Tset+1
°C,
tot de temperatuur van de bovenste watertank ≤ Tset-5
°C, is de elektrische verwarmer aan.
o
Wanneer er een defect is aan de watertemperatuursensor van de bovenste tank, mag de elektrische verwarmer niet
werken.
o
Temperatuurbereik 38°C
~70
°Cstandaard 50°C
o
Het toestel zal werken of stoppen op basis van de bovenste tank en de lagere watertemperatuur van de tank.
o
Compressorbesturing:
o
Bij lagere tankwatertemp. < Tset-5
°Cparameter 1°C
of bovenste tankwatertemp. ≤ Tset-7
°C
, of lagere tankwatertemp. ≤
35°C, dan start de compressor.
o
Wanneer de watertemperatuur van de bovenste tank > Tset en de lagere watertemperatuur van de tank. > Tset of lagere
watertemperatuur tank > 60
°C, dan stopt de compressor.
o
Controle van de elektrische verwarmer:
o
Wanneer Tset ≤ 60
°C
, en bovenste watertanktemperatuur < Tset-7
°Cparameter 14°C
of wanneer Tset >60
°C, en bovenste
watertanktemperatuur ≤ Tset-3
°C, dan is de elektrische verwarmer AAN.
o
Als de temperatuur van de bovenste watertank > Tset is, is de elektrische verwarmer UIT.
o
Wanneer er een storing is in de temperatuursensor van de bovenste watertank, mag de elektrische verwarmer niet
werken.
o
Temperatuurbereik 38°C
~70
°C standaard 50°C
o
Controle van de elektrische verwarmer:
o
Als de temperatuur van de bovenste watertank ≤ Tset-7 (parameter 14), elektrische verwarmer AAN is.
o
Als de temperatuur van de bovenste watertank > Tset is, is de elektrische verwarmer UIT.
o
Wanneer er een storing is in de temperatuursensor van de bovenste watertank, mag de elektrische verwarmer niet
werken.
In deze modus draait de ventilator op lage snelheid, de compressor en de elektrische verwarmer zijn UIT.
8.3.7.1. Ontdooien - ingangsvoorwaarden:
o
"Normaal ontdooien". Wanneer de spoeltemperatuur ≤ 1°C, en de compressor cumulatief meer dan 45 minuten draaien
(parameter 6, verstelbaar), en als daarna 45 min. spoeltemperatuur ≤ -3°C is (parameter 7, verstelbaar), dan begint het ontdooien.
o
"Tijdsontdooiing". Als de spoeltemperatuursensor een probleem heeft (foutcode P03), schakelt het systeem over naar het
ontdooiprogramma met vaste tijd (dezelfde ontdooi-interval, parameter 6, standaard 45 min.). Wanneer de omgevingstemperatuur
≤ 10°C is, begint het ontdooien. Ontdooitijd is 6 min. Als de omgevingstemperatuur >10°C is, zal het systeem niet beginnen met
ontdooien.
Содержание AquaThermica Compact HPWH 3.2 100
Страница 2: ......