NL
Het merk voor huistechniek voor het hele huis. Kijk voor meer informatie op
www.sygonix.com
Gebruiksaanwijzing
Rookmelder „R01-SY“
Aanbevolen montgeplaatsen voor rookmelders
• Installeer de rookmelder in de onmiddellijke buurt van slaapkamers. Probeer om de
vluchtwegen van de slaapkamers te beveiligen omdat deze ruimtes gewoonlijk het
verst weg van de uitgang liggen. Als er meer dan één slaapkamer is, moeten er ver-
dere rookmelders in elke slaapkamer geïnstalleerd worden.
• Installeer rookmelders ter beveiliging van trappen. Trappen kunnen gemakkelijk als
schoorsteen voor rook en vuur fungeren en de verdere verspreiding bevorderen.
• Let erop dat er ten minste één rookmelder per verdieping geïnstalleerd wordt.
• Installeer een rookmelder in ruimtes waarin rokers slapen of in ruimtes met elektri-
sche apparaten.
• Rook en andere verbrandingsresten stijgen naar boven naar het plafond en versprei-
den zich horizontaal. Installeer een rookmelder daarom steeds in het midden van de
kamer aan het plafond omdat dit de plaats is die het dichtst bij alle andere punten
van de kamer is. De plafondmontage wordt aanbevolen voor gewone woongebou-
wen. Bij caravans of kampeerwagens is een montage aan de binnenste zijdelen
noodzakelijk om een mogelijke thermische barrière aan het plafond te voorkomen.
• Als u een rookmelder aan het plafond monteert, moet deze ten minste 50 cm van de
muur en 61 cm van elke hoek verwijderd zijn (zie afb. A).
De rookmelder moet aan een van het plafond afhangende steun of een gelijkaar-
dig punt bevestigd worden. Hou absoluut rekening met de minimale afstand tot de
hoeken van de ruimte en de wanden.
>61 cm
Plafond
Hitte en
rook
van de brand
Het beste hier
Dode ruimte
Nooit hier
Typische installatie bij
één verdieping
Typische installatie bij meerdere verdiepingen
Slaapkamer
Bad-
kamer
Living
Slaapkamer
Slaapkamer
Keuken
Slaapkamer
Living
Familiekamer
Hal
Rookmelder voor bijkomende bescherming
Rookmelder voor minimale bescherming
Afb. A
Vermijd deze plaatsen
Instlleer de rookmelder niet in:
• Keukens: keukendampen kunnen het alarm per ongeluk activeren.
• Garages: bij het starten van de auto ontstaan er verbrandingsresten.
• Voor of in de buurt van verwarmingen of airconditionings.
• Het hoogste punt van ‘A’-vormige daken.
• Ruimtes waar de temperatuur onder 5 °C zakt of boven 38 °C stijgt.
• Er mag geen rookmelder aan het plafond van een kampeerwagen of in gelijkaardige
ruimtes gemonteerd worden. De zonnestralen warmen het plafond en de lucht in
het bovenste gedeelte van de ruimte op. Hete lucht aan het plafond kan beletten dat
de rook van een gevaarlijke smeulbrand de rookmelder bereikt.
Ontwerp een vluchtplan den oefen een noodgeval
Beginselen van een vluchtplan
• Maak een plan van de verdieping waarop alle deuren en ramen opgetekend zijn en er
ten minste twee vluchtwegen aan elke kamer toegekend worden. Bij ramen op het
tweede verdiep is er eventueel een touwladder nodig.
• Voer een gesprek met het gehele gezin om het vluchtplan te bespreken en iedereen
te leren wat er gedaan moet worden in geval van brand of rook.
• Bepaal een plaats buiten het huis als ontmoetingspunt.
• Maak iedereen vertrouwd met het geluid van de rookmelder. Elkeen moet weten dat
het huis onmiddellijk verlaten moet worden zodra dit geluid weerklinkt.
• Markeer de kinderkamers met rode stickers in de bovenste linkerhoek van de ra-
men. Deze stickers zijn bij de plaatselijke brandweer verkrijgbaar.
• Oefen ten minste om de 6 maanden een brandalarm. Oefeningen helpen om uw
vluchtplan vóór een daadwerkelijk noodgeval te testen. Het kan gebeuren dat u uw
kinderen niet kan bereiken en helpen. Het is belangrijk dat zij weten wat ze moeten
doen en hoe ze moeten reageren.
Wat doen bij alarmsignalen
• Verlaat onmiddellijk het huis zoals voorzien in het vluchtplan. Elke seconde telt. U
mag dus geen tijd verspillen met aankleden of het meenemen van waardevolle voor-
werpen.
• Open bij het verlaten van het huis geen enkele deur zonder vooraf het oppervlak te
voelen. Als dit warm is of als u ziet dat er rook onder de deur verschijnt, mag u de
deur niet openen!
Kies in plaats daarvan een andere vluchtweg.
Als het oppervlak van de deur koel is, duw dan uw schouder tegen de deur, open de
deur heel lichtjes en wees bereid om de deur weer dicht te slaan als er hitte en rook
uit de kamer daarachter verschijnen.
• Blijf dicht bij de grond als de lucht vol is met rook. Adem door een doek die - indien
mogelijk - bevochtigd is.
• Als u buiten bent, ga dan naar het afgesproken ontmoetingspunt en vergewis u er-
van dat iedereen aanwezig is.
• Alarmeer de brandweer in het huis van uw buur, niet in uw eigen huis!
• Ga niet terug naar uw huis tot de brandweer dit weer toelaat.
Fout alarm
Bij de installatie van de rookmelder dient fout alarm uitgesloten te worden. Het roken
van cigaretten zal normaal gezien geen alarm activeren tenzij de rook direct naar de
rookmelder geblazen wordt. Verbrandingsdeeltjes ontstaan ook bij het koken en kun-
nen een alarm activeren als de rookmelder in de buurt van fornuizen gemonteerd is.
Als de rookmelder een alarm meldt, controleer dan eerst of er daadwerkelijk een
brandhaard aanwezig is. Als u vuur ontdekt, informeer dan uw familieleden en verlaat
met zijn allen het gebouw. Alarmeer de brandweer. Als er geen vuur aanwezig is, con-
troleer dan of de boven vermelde redenen het alarm eventueel geactiveerd hebben.
Gebruik, test & instandhouding
Gebruik:
De rookmelder werkt zodra er een batterij geplaatst is. Als er verbrandings-
deeltjes in de lucht gedetecteerd worden, zal er een luid alarm weerklinken dat stopt
zodra de lucht weer vrij is van rook.
Test:
Test de rookmelder door ten minste 4 seconden lang op de testknop te drukken
tot het alarm (>85 dB(A)) weerklinkt. Hierbij zal er een programma voor de zelfcontrole
geactiveerd worden. Het alarm weerklinkt als de elektronica, de signaalgever en de
batterij werken.
Wij raden dringend aan om het apparaat
een keer per week te testen om een on-
berispelijke werking te waarborgen
. Als er geen alarm weerklinkt, dan is de batterij
eventueel leeg. Vervang de batterij en doe de test opnieuw.
Instandhouding:
Uw rookmelder behoeft slechts heel weinig instandhouding en on-
derhoud. In kamers met veel stof moet de buitenkant van de rookmelder een tot twee
keer per maand voorzichtig met een stofzuiger gereinigd worden. In andere kamers
hoeft de rookmelder slechts om de 5 tot 6 maanden gereinigd te worden.
DE ROOKMELDER ZAL NIET WERKEN ZONDER BATTERIJ. ER MOET EEN NIEUWE
BATTERIJ GEPLAATST WORDEN ALS HET SIGNAAL VOOR “ZWAKKE BATTERIJ”
WEERKLINKT. TEST DE ROOKMELDER EEN KEER PER WEEK EN NA ELKE VERVAN-
GING VAN DE BATTERIJ. DRUK HIERTOE TEN MINSTE VIER SECONDEN LANG OP DE
TESTKNOP. LEES EN VOLG ALLE VOORSCHRIFTEN OP OM EEN VEILIGE WERKING
VAN HET APPARAAT TE WAARBORGEN.