NEDERLANDS
97
YOUNGSTER 3
Remmen
Trommelremmen (Fig. 4.4)
Trommelremmen helpen een begeleider om veilig en goed te remmen.
U kunt deze ook gebruiken met behulp van een vergrendelingshendel
(1) om te voorkomen dat u wegrolt.
U moet de hendel in zijn plaats horen klikken.
Trommelremmen werken onafhankelijk van de luchtdruk in de banden.
OPGELET:
•
U mag de trommelremmen alleen door erkende dealers laten
aanpassen.
•
Gebruik de 2 trommelremmen altijd tegelijkertijd zodat u de controle
over de rijrichting behoudt!
•
Trommelremmen kunnen uitsluitend als dynamische rem worden
gebruikt om de rolstoel te stoppen wanneer deze in beweging is.
•
Schakel altijd de wielvergrendeling in tijdens een lange of korte stop,
of bij het overplaatsen van de gebruiker, om de rolstoel op zijn plaats
te houden.
Safari wielvergrendeling (Fig. 4.5)
Safari wielvergrendeling (wielvergrendeling geïntegreerd in
zijbescherming):
Om de Safari wielvergrendeling in werking te stellen, duwt u de hendel
voorwaarts (weg van het lichaam van de rolstoelgebruiker).
Om de remmen te ontkoppelen, trekt u de hendel terug, richting het
lichaam (Fig. 4.5).
OPGELET!
•
Ga niet op de voetenplaat staan! Zelfs als de gebruiker in de stoel
zit, bestaat het gevaar dat de stoel kantelt, wat tot letsel kan leiden.
•
Ga niet op de voetenplaat staan bij het overbrengen van de
gebruiker. Hierdoor kan de rolstoel kantelen, wat tot letsel kan
leiden.
Voetenplaten (Fig. 4.6)
Er zijn twee soorten voetplaten: platform of verdeeld. Ze kunnen
omhoog worden geklapt, waardoor u gemakkelijk in en uit uw rolstoel
kunt komen.
Lengte van het onderbeen
Door de instelschroeven te verwijderen (1) kan de voetsteun
aangepast worden tot elke gewenste onderbeenlengte. Verwijder
instelschroeven, zet instelbuis met voetsteun in de gewenste positie
en steek de instelschroeven er opnieuw in en draai ze aan (zie de
pagina over torsie). Zorg ervoor dat de composiet voetplaat op de
juiste positie vergrendeld. Er moet altijd 2,5 cm ruimte boven de grond
worden aangehouden.
Voetenplaten
Fig. 4.4
1
Fig. 4.5
Fig. 4.6
1
Wielvergrendeling door begeleider
•
Met de begeleidersremmen wordt de Safari rem
gecombineerd met een extra remhendel, die bediend wordt
door een begeleidende persoon.
•
De remhendel is bevestigd op de duwbeugel (Fig. 4.4) en
vergrendelt de Safari kniehevelrem wanneer dat nodig is.
Содержание Zippie YOUNGSTER 3
Страница 110: ...110 YOUNGSTER 3...
Страница 111: ...111 YOUNGSTER 3...