4.8
Reactiekrachten
4.8.1
Reactiekrachten
0000-GXX-9358-A0
Als met de onderzijde van het zaagblad wordt
gewerkt, wordt de kreupelhoutsnoeier wegge‐
trokken van de gebruiker.
WAARSCHUWING
■ Als de ronddraaiende zaagketting contact
maakt met een hard voorwerp en snel wordt
afgeremd, kan de kreupelhoutsnoeier plotse‐
ling van de gebruiker weg worden getrokken.
Personen kunnen letsel oplopen.
► De kreupelhoutsnoeier met beide handen
vasthouden.
► Zo werken als in deze handleiding staat
beschreven.
► Werken met gemonteerde beschermkap.
► Alleen met een onbeschadigde en niet
gewijzigde beschermkap werken.
► Met een correct aangescherpte/geslepen
en correct gespannen zaagketting werken.
► Het zaagblad recht in de zaagsnede gelei‐
den.
► De aanslag correct plaatsen.
► Met vol gas werken.
4.9
Laden
WAARSCHUWING
■ Tijdens het laden kan een beschadigde of een
defecte acculader stinken of roken. Personen
kunnen letsel oplopen en er kan materiële
schade ontstaan.
► De netstekker uit de contactdoos trekken.
■ De acculader kan bij een ontoereikende warm‐
teafvoer oververhit worden en in brand raken.
Personen kunnen zwaar letsel oplopen of wor‐
den gedood en er kan materiële schade ont‐
staan.
► Acculader niet afdekken.
4.10
Elektriciteit aansluiten
Contact met stroom geleidende componenten
kan ontstaan door de volgende oorzaken:
–
De aansluitkabel of de verlengkabel is bescha‐
digd.
–
De netstekker van de aansluitkabel of de ver‐
lengkabel is beschadigd.
–
De contactdoos is niet correct geïnstalleerd.
GEVAAR
■ Contact met stroom geleidende componenten
kan leiden tot een stroomschok. De gebruiker
kan ernstig of dodelijk letsel oplopen.
► Controleer dat de aansluitkabel, de verleng‐
kabel en de netstekker hiervan niet zijn
beschadigd.
Als de aansluitkabel of de verlengkabel
beschadigd is:
► beschadigde plaats niet aanraken.
► De netstekker uit de contactdoos
trekken.
► Aansluitkabel, verlengkabel en de netstek‐
kers ervan met droge handen beetpakken.
► Netstekker van de aansluitkabel of de ver‐
lengkabel in een correct geïnstalleerde en
beveiligde contactdoos met randaarde ste‐
ken.
► Acculader via een aardlekschakelaar (30
mA, 30 ms) aansluiten.
■ Een beschadigde of niet geschikte verlengka‐
bel kan leiden tot een elektrische schok. Per‐
sonen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel
oplopen.
► Een verlengkabel met de juiste kabeldoor‐
WAARSCHUWING
■ Tijdens het laden kan een verkeerde netspan‐
ning of een verkeerde netfrequentie leiden tot
overspanning in de acculader. De acculader
kan hierbij worden beschadigd.
► Controleren of de netspanning en de netfre‐
quentie van het lichtnet corresponderen
met de gegevens op het typeplaatje van de
acculader.
■ Een verkeerd neergelegde aansluitkabel en
verlengkabel kunnen beschadigd raken en
personen kunnen hierover struikelen. Perso‐
nen kunnen letsel oplopen en de aansluitkabel
of verlengkabel kan worden beschadigd.
► De aansluitkabel en verlengkabel zo neer‐
leggen en kenmerken, dat personen niet
kunnen struikelen.
► De aansluitkabel en verlengkabel zo neer‐
leggen, dat deze niet gespannen zijn of ver‐
wikkeld kunnen raken.
Nederlands
4 Veiligheidsinstructies
110
0458-694-9621-B