54
| SHW S www.stiebel-eltron.com
INSTALLATIE
Storingen verhelpen
14. Storingen verhelpen
Info
Bij temperaturen onder -15 °C kan de veiligheidstempe-
ratuurbegrenzer activeren. Het toestel kan al bij opslag of
bij het transport aan deze temperaturen zijn blootgesteld.
Storing
Oorzaak
Oplossing
Het water wordt niet
warm.
De veiligheidstempera-
tuurbegrenzer is geacti-
veerd, omdat de regelaar
defect is.
Vernieuw de thermostaat
en druk op de resettoets
van de veiligheidstempe-
ratuurbegrenzer.
De veiligheidstempera-
tuurbegrenzer is geacti-
veerd, omdat de tempera-
tuur lager is dan -15 °C.
Druk op de resetknop.
Een verwarmingselement
is defect
Vervang de verwarmings-
flens.
De snelopwarming scha-
kelt niet in.
Controleer het relais en
vervang het evt.
De veiligheidsklep
druppelt na, wanneer
de verwarming is uit-
geschakeld.
De klepzitting is vuil.
Reinig de klepzitting.
26
�0
2�
09
�0
07
0�
1
1 Resettoets van de veiligheidstemperatuurbegrenzer
15. Onderhoud
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin-
gen en montage uit conform de voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
Scheid alle polen van het toestel van de netspanning voor
aanvang van alle werkzaamheden.
Wanneer het toestel moet worden afgetapt, raadpleeg dan het
hoofdstuk "Toestel aftappen".
15.1 Veiligheidsklep controleren
f
f
Zet de veiligheidsklep op de veiligheidsgroep regelmatig
open tot de volle waterstraal eruit loopt.
15.2 Het toestel aftappen
WAARSCHUWING verbranding
Tijdens het aftappen kan er heet water uit het toestel
lopen.
Indien de boiler voor onderhoudswerkzaamheden of bij vorstge-
vaar moet worden afgetapt voor de bescherming van de volledige
installatie, gaat u als volgt te werk:
f
f
Sluit de afsluitklep in de koudwateraanvoerleiding.
f
f
Open de warmwaterklep van alle aftappunten.
f
f
Tap het toestel af via de veiligheidsgroep.
15.3 Signaalanode vervangen
f
f
Vervang de signaalanode als deze is versleten.
15.4 Het toestel reinigen en ontkalken
f
f
Gebruik geen ontkalkingspomp.
f
f
Ontkalk de verwarmingsflens pas wanneer deze is gedemon-
teerd en behandel het oppervlak van de boiler en de veilig-
heidsanode niet met ontkalkingsmiddelen.
Aanzetkoppel van de flensschroeven: zie hoofdstuk "Technische
gegevens/afmetingen en aansluitingen"
15.5 Verwarmingsflens vervangen
26
�0
2�
09
�0
06
9�
5
6
4
2
3
1
1 Isolatieplaat
2 Flensplaat
3 Soldeerflens
4 Isolatieplaat
5 Corrosiebeschermende weerstand 390 Ω
6 Dichting
De corrosiebeschermende weerstand dient als potentiaalcompen-
satie en voorkomt stroomuitgangscorrosie op de verwarmings-
elementen.
f
f
De corrosiebeschermende weerstand mag bij onder-
houdswerkzaamheden niet worden beschadigd of worden
verwijderd.
f
f
Zet, na vervanging van de corrosiebeschermende weerstand,
de verwarmingsflens weer op de juiste wijze in elkaar.