46
De ingestelde parameters worden 12 uur lang opgeslagen; na 12 uur zal de acculader het opladen
hervatten met de standaardparameters.
2.6.
Veiligheidsvoorzieningen
De acculader is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen om de grootst mogelijke veiligheid te
garanderen tijdens het gebruik en de werking.
▪
Volledige bescherming tegen vonken
▪
Bescherming tegen kortsluiting
▪
Spanningscompensatie
▪
Bescherming tegen oververhitting
▪
Bescherming tegen polariteitsverwisseling
▪
Hoge beschermingsgraad tegen externe agents, IP65
2.7.
Accutests en foutmeldingen
De acculader is ontworpen om de toestand van de accu voor en tijdens het laden te bepalen en te
informeren over eventuele verbindingsfouten tussen de acculader en de op te laden accu. Op het
digitale display kan een foutcode worden bekeken, waardoor de fout snel en eenvoudig kan worden
opgespoord.
Display-indicatie
OORZAAK
OPLOSSING
De klemmen/ringen van de
uitgangskabel zijn niet correct op de
accu aangesloten.
Polariteitomkering
Plaats de klemmen/ringen op
de juiste manier en begin de
accu weer op te laden.
Accuspanning te hoog.
U probeert een 24V accu op te laden.
Controleer de accuspanning.
De accu kan defect zijn.
Neem contact op met uw
accuservicecentrum.
De accu kan niet goed worden
opgeladen.
De accu kan defect zijn. Neem
contact op met uw
accuservicecentrum.
Accu onherstelbaar na een volledige
ontzwavelingscyclus.
De accu kan defect zijn. Neem
contact op met uw
accuservicecentrum.
De laadstroom zou te hoog zijn, in de
stroomtoevoerfunctie.
Verminder de laadstroom tot
onder 5A.
De capaciteit van de accu is te groot. Gebruik een acculader met een
grotere oplaadcapaciteit.
Accuspanning te laag (onder 0,8V).
De accu kan niet worden opgeladen.
De accu kan defect zijn. Neem
contact op met uw
accuservicecentrum.
De uitgangskabel is ontkoppeld, er is
kortsluiting in de uitgangskabel.
Plaats de klemmen/ringen op
de juiste manier en begin de
accu weer op te laden.