14
NL
Voordat u de achteruitrijcamera (niet bijgeleverd)
gebruikt, dient deze eerst geïnstalleerd te worden.
Het beeld van een achteruitrijcamera die
aangesloten is op de CAMERA IN-aansluiting wordt
weergegeven wanneer:
– de achteruitrijlamp van uw auto oplicht (of
wanneer de versnellingspook op R (achteruit)
wordt gezet);
– u op HOME drukt en vervolgens [Rear Camera]
aanraakt.
Installatie
Verwijder het montageframe
van dit toestel
voordat u het toestel installeert.
1
Plaats beide ontgrendelingssleutels
totdat deze vastklikken en trek het
montageframe
naar beneden. Trek
vervolgens het toestel omhoog om het los
te maken.
• Zorg voordat u de installatie voltooit dat de
sluitingen aan beide zijden van het montageframe
3,5 mm naar binnen zijn gericht.
• Raadpleeg "Het toestel in een Japanse auto
monteren" (pagina 15) voor Japanse auto's.
1
Plaats het montageframe
in het
dashboard en buig de klauwen naar buiten
zodat deze goed vastzitten.
2
Monteer het toestel op het montageframe
.
Opmerkingen
• Als de sluitingen recht of naar buiten gebogen zijn, is het
toestel niet goed bevestigd en kan dit naar buiten
springen.
• Zorg ervoor dat de 4 sluitingen op de montagelijst
goed
vastzitten in de sleuven van het montageframe
.
De achteruitrijcamera gebruiken
Het montageframe verwijderen
Richt de haak naar binnen.
Het toestel in het dashboard monteren
Sluiting
Groter dan
182 mm
Groter dan
111 mm