30
De toetsen MODE en SELECT
De toetsen MODE, SELECT, + en - worden gebruikt om de functies te
selecteren die op de volgende pagina’s worden beschreven.
De functies worden geselecteerd met de volgende basisprocedure. Zie de
betreffende pagina’s voor meer informatie.
1
Selecteer het hoofditem met de toets MODE.
2
Selecteer het subitem met de toets SELECT.
3
Geef de instelling op met de t en -.
4
Druk herhaaldelijk op de toets SELECT* tot het
knipperen stopt.
* Ook mogelijk met de toetsen MODE of ON/OFF.