17
NL
Aansluiten en opstellen van de luidspr
ekers
60
30
A
B
A
B
x
Hoogte van de achterluidsprekers (REAR HGT.)*
Oorspronkelijke instelling: LOW
Met deze parameter kiest u de hoogte van uw
achterluidsprekers, voor een juiste werking van de Digital
Cinema Sound klankbeelden in het VIRTUAL genre.
Zie de onderstaande afbeelding.
• Stel in op “LOW” als uw achterluidsprekers op de grond
staan of vrij laag zijn opgehangen, in het gebied
A
.
• Stel in op “HIGH” als uw achterluidsprekers relatief
hoog aan de wand hangen, in het gebied
B
.
Deze instelling is alleen van invloed op de klankbeelden
in het VIRTUAL genre.
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er eerder voor
de achterluidsprekers (REAR) “NO” is gekozen.
z
Betreffende de opstelling van de achterluidsprekers (SIDE,
en BEHIND)
Deze instelling is speciaal bestemd voor de Digital Cinema Sound
klankbeelden in het VIRTUAL genre. Bij deze klankbeelden is de
luidspreker-opstelling niet zo’n overheersende factor als bij de
andere akoestiekfuncties. Al de VIRTUAL klankbeelden zijn
gebaseerd op de veronderstelling dat de achterluidsprekers geheel
achter de luisterplaats zouden staan of hangen, maar het
klankbeeld blijft grotendeels zoals bedoeld, ook wanneer de
achterluidsprekers nogal opzij en ver uiteen staan. Als de
achterluidsprekers echter pal naast de luisteraar hangen en recht
op oorhoogte gericht zijn, zullen de VIRTUAL klankbeelden alleen
klinken zoals bedoeld wanneer u voor de opstelling van de
achterluidsprekers de stand “SIDE” hebt gekozen. Ook dat geldt
echter niet in alle gevallen, aangezien de akoestiek van elke
luisterruimte wordt bepaald door een heel stel variabelen, zodat u
misschien wel betere resultaten bereikt met de “BEHIND”
opstelling als de luidsprekers hoog boven uw luisterplaats hangen,
ook al is dat pal ter weerszijden ervan.
Daarom kunt u wellicht het best een favoriete geluidsbron met
meerkanaals Surround Sound afspelen en dan goed luisteren welk
effect elke instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan dit
wel eens leiden tot een andere instelling dan hierboven
aangegeven onder “Opstelling van de achterluidsprekers (REAR
PL.)”. Kies de stand die een fraai open, ruimtelijk gevoel oplevert,
met een zo hecht mogelijke samenhang tussen het geluid van de
voorluidsprekers en dat van de achterluidsprekers.
Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen de
verschillende instellingen, kies dan de stand “BEHIND” en
gebruik dan de luidsprekerafstand-parameter en de
geluidssterkte-instellingen om de weergave optimaal af te regelen.
x
Aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker
(SUB WOOFER)
Oorspronkelijke instelling: YES
• Als u een lagetonen-luidspreker hebt aangesloten, stelt
u hierbij in op “YES”.
• Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker, dan stelt
u in op “NO”. Hiermee schakelt u de
basverdelingscircuits in, zodat de LFE laagfrequente
signalen worden overgenomen door de andere
luidsprekers.
• Om volledig profijt te trekken van de Dolby Digital
(AC-3) basverdelingscircuits willen wij u aanbevelen
om de bovengrensfrequentie voor de lagetonen-
luidspreker zo hoog mogelijk in te stellen.
x
Afstand van de voorluidsprekers (FRONT)
Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de linker of
rechter voorluidspreker (afstand
A
op blz. 15).
• De afstand van de voorluidsprekers is instelbaar in
stapjes van 0,1 meter, van minimaal 1,0 meter tot
maximaal 12,0 meter van uw luisterplaats.
• Als de beide voorluidsprekers niet precies even ver van
uw luisterplaats staan, kiest u hier de afstand van de
dichtstbijzijnde luidspreker.
x
Afstand van de middenluidspreker (CENTER)
Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenluidspreker.
• De afstand van de middenluidspreker is instelbaar in
stapjes van 0,1 meter, van (maximaal) dezelfde afstand
als de voorluidsprekers (afstand
A
op blz. 15) tot
1,5 meter dichter bij uw luisterplaats (afstand
B
op blz.
15).
• Plaats de middenluidspreker niet op grotere afstand
van uw luisterplaats dan de voorluidsprekers.
x
Afstand van de achterluidsprekers (REAR)
Oorspronkelijke instelling: 3,5 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de linker of
rechter achterluidspreker.
• De afstand van de achterluidsprekers is instelbaar in
stapjes van 0,1 meter, van (maximaal) dezelfde afstand
als de voorluidsprekers (afstand
A
op blz. 15) tot
4,5 meter dichter bij uw luisterplaats (afstand
C
op blz.
15).
• Plaats de achterluidsprekers niet op grotere afstand van
uw luisterplaats dan de voorluidsprekers.
• Als de beide achterluidsprekers niet precies even ver
van uw luisterplaats verwijderd zijn, kiest u hier de
afstand van de dichtstbijzijnde luidspreker.