11
NL
Pictogrammen op het display:
Verbinding maken met het laatst
verbonden toestel vanaf dit apparaat
Activeer de BLUETOOTH-functie op het
BLUETOOTH-toestel.
Druk op SOURCE.
Selecteer [BT PHONE] of [BT AUDIO].
Druk op
(handenvrij) om verbinding te
maken met de mobiele telefoon of op PAUSE
om verbinding te maken met het
audioapparaat.
Opmerking
Tijdens het streamen van BLUETOOTH-audio kunt u
niet vanaf dit apparaat een verbinding tot stand
brengen met de mobiele telefoon. Maak in plaats
daarvan verbinding met dit apparaat vanaf de
mobiele telefoon.
Tip
Met BLUETOOTH-signaal ingeschakeld: wanneer u
de contactsleutel omdraait, brengt dit apparaat
automatisch opnieuw de verbinding tot stand met
de mobiele telefoon waar het het laatst mee
verbonden was.
Een iPod/USB-apparaat
aansluiten
1
Verlaag het volume op het
apparaat.
2
Sluit de iPod/het USB-apparaat aan
op het apparaat.
Gebruik voor het aansluiten van een
iPod/iPhone de USB-verbindingskabel
voor iPod (niet bijgeleverd).
Een ander draagbaar
audioapparaat aansluiten
1
Schakel het draagbare
audioapparaat uit.
2
Verlaag het volume op het
apparaat.
Licht op wanneer er een mobiele
telefoon verbonden is met het
apparaat.
Licht op wanneer er een
audioapparaat verbonden is met
het apparaat.
Een iPhone aansluiten