29
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de bedieningselementen
is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt
aangegeven.
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
Druk 2 seconden op
(SOUND)
terwijl u
de VOL regelaar ingedrukt houdt.
Opmerking
Als u 2 seconden op
(SOUND)
drukt terwijl u de VOL
regelaar ingedrukt houdt, verschijnt "Normal" of
"Reverse" in het display.
– Met "Normal" kunt u de bedieningssatelliet in de
standaardpositie gebruiken.
– Met "Reverse" kunt u de bedieningssatelliet
gebruiken als deze aan de rechterzijde van de
stuurkolom is gemonteerd.
De geluidskarakteristieken
wijzigen
U kunt de hoge en lage tonen, balans, fader en
het subwoofervolume regelen.
1
Druk op
(SOURCE)
om een bron (radio,
CD, MD of AUX) te selecteren.
2
Druk op
(SOUND)
.
3
Druk herhaaldelijk op
<
of
,
om het
item te selecteren dat u wilt
aanpassen.
Wanneer u op
<
of
,
drukt, wordt het item
als volgt gewijzigd:
DSO
y
EQ7
y
Bass
y
Treble
y
Balance (links-rechts)
y
Fader (voor-achter)
y
SubWoofer (subwoofervolume)
4
Druk op
(ENTER)
.
5
Druk op
<
of
,
om het
geselecteerde item aan te passen.
6
Druk op
(ENTER)
.
Het geluid snel dempen
Druk op
(ATT)
.
"ATT" verschijnt enige tijd in het display.
Druk nogmaals op
(ATT)
om het vorige volume
te herstellen.
Tip
Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is
aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume
automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek
binnenkomt (Telephone ATT functie).
Verhogen
Verlagen