24
*1 Wanneer het apparaat is uitgeschakeld.
*2 Wanneer FM wordt ontvangen.
*3 Wanneer de tuner geselecteerd is.
*4 Tijdens DAB-ontvangst.
*5 Wanneer CD of USB geselecteerd is.
SOUND:
ZAPPIN
*
5
ZAP TIME
(Zappin-tijd)
De afspeeltijd voor de ZAPPIN-functie
selecteren.
– "Z.TIME-1" (ongeveer 6 seconden),
"Z.TIME-2" (ongeveer 15 seconden),
"Z.TIME-3" (ongeveer 30 seconden).
ZAP BEEP
(Zappin-piep)
Een pieptoon inschakelen tussen
passages van tracks: "ON", "OFF".
EQ7 PRESET
EQ7 SETTING
POSITION
SET F/R POS
(positie voor/achter
instellen) (pagina 21)
ADJ POSITION
*
1
(positie aanpassen)
SET SW POS
*
1
*
2
(subwooferpositie
instellen) (pagina 21)
BALANCE
De geluidsbalans aanpassen: "RIGHT-
15" – "CENTER" – "LEFT-15".
FADER
Het relatieve niveau aanpassen:
"FRONT-15" – "CENTER" – "REAR-15".
DM+
*
3
LOUDNESS
(dynamische loudness)
Hoge en lage tonen versterken voor
helder geluid bij lagere volumeniveaus:
"ON", "OFF".
ALO
(automatische niveau-aanpassing)
Het volumeniveau van alle
weergavebronnen aanpassen naar het
optimale niveau: "ON", "OFF".
RB ENH
*
4
(versterking lage tonen achter)
RBE MODE
(stand versterking lage
tonen achter)
De stand voor versterking van de lage
tonen achteraan selecteren: "1", "2", "3",
"OFF".
LPF FREQ
(frequentie van
laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: "50 Hz", "60 Hz", "80 Hz",
"100 Hz", "120 Hz".
LPF SLOP
(steilheid laagdoorlaatfilter)
De LPF-steilheid selecteren: "1", "2", "3".
SW DIREC
*
5
(rechtstreekse
subwooferverbinding)
SW MODE
(subwooferstand)
De subwooferstand selecteren: "1", "2",
"3", "OFF".
SW PHASE
(fase van de subwoofer)
De fase van de subwoofer selecteren:
"NORM", "REV".
SW POS
*
1
(subwooferpositie)
(pagina 21)
De subwooferpositie selecteren: "NEAR",
"NORMAL", "FAR".
LPF FREQ
(frequentie van
laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: "50Hz", "60Hz", "80Hz",
"100Hz", "120Hz".
LPF SLOP
(steilheid laagdoorlaatfilter)
De LPF-steilheid selecteren: "1", "2", "3".