38
Als
de accu ontbreekt:
De accutest verloopt als volgt: elke 30s gedurende de 20 eerste minuten na de
ingebruikneming: elke 15 min na de eerste 20 minuten, Als er een storing is gedetecteerd,
wordt de accu elke 30s getest tot maximaal 20 minuten nadat de storing is verdwenen.
Als
de inwendige impedantie te hoog is (test maximaal elke 4 uur bij een geladen accu).
De grenswaarden van de impedantiemeting zijn:
24V
48V
50-75W
650m
+/-10%
-
100-150W
410m
+/-10%
1,65
+/-10%
200-300W
164m
+/-10%
656m
+/-10%
400-600W
82m
+/-10%
328m
+/-10%
Als
de accuspanning < 1.8V/cel
+/-5% is.
Aanwezigheid uitgangsspanning 1:
lokaal aangegeven door een groene LED
Aanwezigheid uitgangsspanning 2:
lokaal aangegeven door een groene LED
De aanwezigheid van uitgangsspanning 1 en 2 worden op afstand aangegeven door een potentiaalvrij
contact (failsafe)
5.2 Overzicht
van
verkrijgbare accessoires
Gamma
Temperatuurcompensatie:
Accu-afschakeling bij
minimale
accuspanning
Acculaadstroomcontrole
AES 50 - 75W
***/
/
AES 150 - 600W
***alleen modellen AES 50 en 75W die zijn gecertificeerd volgens VDS zijn voorzien van een sonde.
Temperatuurcompensatie:
Een accuspanningscompensatiesysteem handhaaft dezelfde laadeigenschappen binnen de door
de accufabrikant gestelde specificaties binnen het bereik van de bedrijfstemperatuurlimieten.
Acculaadstroomcontrole:
De acculaadstroom kan worden afgesteld op 25%, 50%, 75% van de nominale inschakelstroom
met behulp van een jumperverbinding met instellingen op de hulpkaart van ‘25’, ‘50’ of ‘75’.
Jumperverbinding op hulpkaart
Accu-afschakeling bij lage accuspanning:
De uitschakelspanning is standaard 1,8V/cel
+/-5%.
Het element dat de uitschakeling activeert bevindt zich in de +.