Sigma EF-530, Инструкция по эксплуатации, Страница: 70 / 108

69
◆
Afhankelijk van het gebruikte type camera of belichtingsinstelling zal er voor de invulflits - of Auto Flash
methode worden gekozen. Indien de invulflitsmethode wordt gekozen zal
op het LCD display knipperen.
1.
Zet de camera in de P stand
2. Zet de hoofdschakelaar van de flitser aan, het TTL symbool zal op het
LCD display verschijnen en de flitser wordt opgeladen
◆
Bij gebruik van een Digitale Spiegelreflex-camera dient de
indicatie aan te staan. Is dit niet het geval druk dan op de + of –
knop zodat de
indicatie zichtbaar wordt op het LCD display,
anders zal de opname niet correct worden belicht.
3.
Stel scherp op het onderwerp
4. Controleer of het onderwerp zich binnen de juiste afstand bevindt op het LCD display van de flitser
5.
Als de flitser volledig is opgeladen kunt u nu de opname maken.
◆
Indien de camera een correct belichte opname heeft gemaakt verschijnt het TTL symbool gedurende 5 sec. in
het LCD display. Als deze indicatie niet verschijnt dan is de verlichting niet toereikend geweest voor deze
omstandigheden en dient u de opname nogmaals te maken en er voor te zorgen dat het onderwerp zich
dichter bij de camera bevindt.
◆
Bij de Dynax 7 zal bij volautomatische instelling voor de Auto Flash methode worden gekozen. Bij de P
instelling zal de invulflits worden gekozen.
◆
Het AF hulplicht zal automatisch werken als u zich in een donkere omgeving bevindt. Het effectieve bereik van
het AF hulplicht is van 0,7 tot 9 meter. Let er op dat als de camera in de M stand wordt gebruikt de flitser wordt
ingesteld op de laatst gebruikte waarden.
◆
Als de flitser volledig is opgeladen zal het flitssymbool in de zoeker zichtbaar zijn. Indien de ontspanknop van
de camera wordt ingedrukt voordat de flitser volledig is opgeladen, zal de flitser niet functioneren en zal de
camera een langzame sluitertijd kiezen.
HET GEBRUIK VAN DE FLITSER BIJ DIVERSE CAMERA INSTELLINGEN
Sluitertijd voorkeuze
Als u de gewenste sluitertijd heeft ingesteld zal de camera de juiste diafragmawaarde instellen. U kunt geen
sluitertijd kiezen die sneller is dan de flitssynchronisatie.
◆
De invulflits methode wordt gebruikt als u voor deze instelling heeft gekozen. Bij camera’s uit de i serie zal de
Auto Flash methode worden gebruikt ook al wordt op het LCD display het symbool (invulflits) getoond.
Diafragma voorkeuze
Als u de gewenste diafragmawaarde hebt ingesteld zal de camera de juiste sluitertijd kiezen om de achtergrond
goed te belichten. Met deze instelling zal de invulflits methode worden gebruikt.
Handmatige (M) instelling
U kunt de gewenste sluitertijd en diafragmawaarde instellen. De sluitertijd is instelbaar van de maximale
flitssynchronisatietijd tot “Bulb”.
◆
Met deze instelling zal de invulflits methode worden gebruikt indien u de belichting instelt volgens de indicatie
van de belichtingsmeter, zal de camera kiezen voor daglicht- of langzame synchronisatie.
MAXIMALE PRESTATIES BIJ CONTINU FOTOGRAFEREN.
Om oververhitting te voorkomen dient u uw flitser tenminste 10 minuten niet te gebruiken na het aantal flitsen in
de onderstaande tabel:
Mode Aantal flitsen
TTL, M(1/1,1/2) 15 flitsen achter elkaar
M(1/4, 1/8) 20 flitsen achter elkaar
M(1/16-1/32) 40 flitsen achter elkaar
Multi 10 cycli
HANDMATIGE FLITSINSTELLING
Als de opname moeilijk correct te belichten is met de TTL instelling, is het
aan te bevelen om de flitser handmatig in te stellen. Met de handmatige
instelling is het mogelijk om de flitsintensiteit in te stellen van 1/1 (volledig)
tot 1/64.
1. Stel de belichting van de camera in op de M mode
2.
Druk op de MODE toets om M (anual) te selecteren
3. Het richtgetal knippert wanneer u op de SEL toets drukt.