2.
Een trekontlasting voor de leidingen naar de
klemmen N en L (AC 230 V) is absoluut vereist:
53
63
Z
0
3
3. De kabels kunnen met behulp van kabelbinders aan de
hiervoor aanwezige lippen aan de sokkel van het huis wor-
den bevestigd
Klemafdekkingen
•
Als er geen sprake is van beveiliging tegen aanra-
king (b.v. stookplaatsen, tussenvloeren en –
plafonds): Montage
altijd
met klemafdekkingen
•
Enkelvoudig geïsoleerde leidingen naar de klem-
men N en L (AC 230 V) dienen te worden voorzien
van een isolatieslang:
5363
Z13
•
Als er wel beveiliging tegen aanraking is (b.v. in
verdeel- of schakelkasten):
Montage
zonder
klemafdekking is toelaatbaar
•
De klemafdekking aan de netzijde
moet
met de twee
meegeleverde kabelbinders worden beveiligd:
5
36
3
Z
07
Inbedrijfstelling
Onderhoud en bediening
1
2
3
4
5
6
7
8
53
63
Z
0
6
ON
1 2
1 RS-232-schakelaar
(schakelaar «2» heeft geen functie)
2 Modemreset-toets
3 RS-232-connector
4
Aansluitklemmen voor laagspanning
5 LPB-toets
6
Aansluitklemmen voor netspanning
7
Bedrijfsweergave (groene LED)
8
Alarmweergave (rode LED)
Bedrijfsweergave
De groene LED geeft de geldende bedrijfstoestand van de com-
municatiecentrale aan:
•
LED brandt: netspanning aanwezig
•
LED knippert: communicatie via RS-232, weergave van het
aantal regelaars
De LED is ook bij gemonteerde klemafdekking zichtbaar.
Alarmweergave
De rode LED geeft de aanwezige alarmtoestand van de commu-
nicatiecentrale aan:
•
LED brandt niet: geen storing of alarm aanwezig
•
LED brandt: sprake van storing van een of meer LPB-regelaars
•
LED knippert: interne storing in de communicatiecentrale of
melding aan de digitale ingangen
De LED is ook bij gemonteerde klemafdekking zichtbaar.
RS-232-schakelaar
Hiermee wordt gekozen of de communicatiecentrale met de RS-
232 is verbonden via een modem (schakelaarstand
) of direct
met een PC (schakelaarstand
).
LPB-toets
De LPB-toets dient voor het starten van de zoekactie en daar-
mee ook voor het samenstellen van het interne apparatenre-
gister.
Andere mogelijkheden voor het samenstellen van het apparaten-
register: zie hoofdstuk «Inbedrijfstelling», hoofdstuk «Overige
instellingen», stap 1. Na een uitgevoerde zoekactie kan het
aantal van de in het register opgenomen apparaten te allen tijde
met een korte druk (<0,5 seconden) op de LPB-toets worden
opgeroepen.
Modemreset-toets
De modemreset-toets initialiseert de modem opnieuw. Aansluitend
neemt de communicatiecentrale contact op met de gepara-
metreerde alarmontvangers en draagt een statusrapport over.
Toetsencombinaties
Gelijktijdig indrukken van de Modemreset- en LPB-toetsen (>6
seconden) zet de communicatiecentrale terug op fabrieksinstel-
ling.
Let op: De gehele configuratie en alle instellingen worden gere-
set. Het regelaaroverzicht en de niet verzonden meldingen
worden gewist.
Inbedrijfstelling
•
Aanwijzingen: bij bedrijf met PC: in directe verbinding via RS-
232 met een PC, moet altijd een nulmodemkabel tussen de
beide apparaten worden gebruikt
•
De instellingen in het hoofdstuk „Overige instellingen via instal-
latie-bediensoftware ACS7…“ kunnen ook vooraf worden uit-
gevoerd
Voorbereiding:
1. Bedrijfsspanning nog NIET inschakelen
2. Klemafdekkingen, indien aanwezig, verwijderen
3. Bedrading controleren volgens het installatieschema
4. De RS-232-schakelaar moet
voor de inbedrijfstelling
op
de stand
staan (directe communicatie via RS-232 met
PC)
5. Klemafdekking van het netgedeelte, indien nodig, weer
monteren
6. Bedrijfsspanning
inschakelen.
Overige instellingen via installatie-bediensoftware ACS7…
De navolgende instellingen
moeten
met behulp van de installa-
tie-bediensoftware ACS7… via de RS-232-interface of via de
servicetool OCI700 via de LPB worden uitgevoerd:
•
Instellingen nodig voor de alarmmeldingen:
−
Telefoonnummer 1 (door de modem geselecteerd nummer
voor de alarmmelding)
8/20
01.02.2008
G2533xx
74 319 0172 0 d
Building Technologies