Seav 93070000, Руководство пользователя

Страница: 42 / 61

42 Rev. 3.0 13/06/16
Elektronische Centrale LRX 2218
Elektronische Centrale, voor het besturen van 4 motoren voor
rolluiken en/of zonneweringen, met mogelijkheid om Sensoren
Wind, Zon en Regen aan te sluiten, bestuurd met
bedieningspaneel en radiobesturing, voor individuele en
gecentraliseerde besturing.
- Mod. LG 2218 : Zonder Radio Ontvanger
- Mod. LRS 2218 : 433,92 MHz
- Mod. LRS2218 SET : “Narrow Band” 433,92 MHz
- Mod.
LRH 2218
: “Narrow Band” 868,3 MHz
T
ECHNISCHE
K
ENMERKEN
- Voeding: 230V~ 50/60Hz 1700W max.
- Uitgang x iedere motor: 230V~ 400W Max.
- Werkingstemperatuur: -10
÷
55°C
- Ontvanger radio: zie model
- Compatibele radiobesturingen: 12-18 Bit - Rolling Code
- Aantal Radiobesturingen memoriseerbaar: 60 Max.
- Aantal Sensoren Wireless memoriseerbaar: 3 Max.
- Afmetingen verpakking: 190x140x70 mm.
- Behuizing: ABS UL94V-0 ( IP65 )
A
ANSLUITINGEN VAN HET
K
LEMMENBORD
CN1
85: Ingang lijn 230V~ ( Fase ).
86: Ingang lijn 230V~ ( Neutraal ).
87: Uitgang Motor 1 Omhoog.
88: Uitgang Motor 1 Gemeenschappelijk.
89: Uitgang Motor 1 Neer.
90: Uitgang Motor 2 Omhoog.
91: Uitgang Motor 2 Gemeenschappelijk.
92: Uitgang Motor 2 Neer.
93: Uitgang Motor 3 Omhoog.
94: Uitgang Motor 3 Gemeenschappelijk.
95: Uitgang Motor 3 Neer.
96: Uitgang Motor 4 Omhoog.
97: Uitgang Motor 4 Gemeenschappelijk.
98: Uitgang Motor 4 Neer.
A
ANSLUITINGEN VAN HET
K
LEMMENBORD
CN2
73: Ingang Lokaal U1 Omhoog (NA).
74: Ingang Gemeenschappelijk GND Signal.
75: Ingang Lokaal D1 Neer (NA).
76: Ingang Lokaal U2 Omhoog (NA).
77: Ingang Gemeenschappelijk GND Signal.
78: Ingang Lokaal D2 Neer (NA).
79: Ingang Lokaal U3 Omhoog (NA).
80: Ingang Gemeenschappelijk GND Signal.
81: Ingang Lokaal D3 Neer (NA).
82: Ingang Lokaal U4 Omhoog (NA).
83: Ingang Gemeenschappelijk GND Signal.
84: Ingang Lokaal D4 Neer (NA).
A
ANSLUITINGEN VAN HET
K
LEMMENBORD
CN3
85: Uitgang Voeding Sensor Zon 24Vac.
86: Ingang “S” Sensor Zon (NA).
87: Ingang Gemeenschappelijk GND Signal / Uitgang 0Vac.
88: Ingang “R” Sensor Regen (NA).
89: Ingang Gemeenschappelijk GND Signal
90: Ingang “W” Sensor Wind.
91: Ingang Omhoog Zone UZ (NA).
92: Ingang Gemeenschappelijk GND Signal.
93: Ingang Neer Zone DZ (NA).
94: Ingang Omhoog Algemeen UG (NA).
95: Ingang Gemeenschappelijk GND Signal.
96: Ingang Neer Algemeen DG (NA).
97: Ingang massa antenne.
98: Ingang pool antenne.
99:
I
NITIËLE
W
ERKING
De centrale laat toe om de 4 motoren apart te controleren door
middel van drukknoppen voor besturing Lokaal U1-2-3-4 ( Up ),
D1-2-3-4 ( Down ), bovendien beschikt ze over drukknoppen
voor simultane besturing van Zone UZ ( Up ), DZ ( Down ) en
simultane besturing Algemeen UG ( Up ), DG ( Down ). Het is
ook mogelijk om de 4 motoren apart of simultaan te controleren
door middel van één of meerdere radiobesturingen. Bij de
fabrieksinstelling bevat de centrale geen enkele code voor
radiobesturing in het geheugen.
FUNCTIONELE KENMERKEN:
Werking Drukknoppen voor bediening Lokaal of Zone :
Wanneer de drukknoppen voor besturing lokaal ( normaal open
) verbonden worden aan de ingangen U1-U2-U3-U4-UZ en D1-
D2-D3-D4-DZ bij lage spanning voor de activering van de
zijgeleider, bekomt men de volgende werking met betrekking
tot iedere motor apart:
U1-U2-U3-U4-UZ besturen Omhoog tot het uitvallen van de
motortijd, D1-D2-D3-D4-DZ besturen Neerlaten van de
zijgeleider; wanneer een commando gegeven wordt in dezelfde
richting vooraleer de motortijd uitvalt, zal de centrale de
zijgeleider stoppen, indien een commando in
tegenovergestelde richting gegeven wordt vooraleer het
uitvallen van de motortijd, zal de centrale de inversie van de
beweging uitvoeren.
Werking Drukknoppen voor bediening Algemeen :
Bij het aansluiten van de algemene bedieningsknoppen (NO)
op de ingangen UG - DG op laagspanning, voor het activeren
van het luik, bereikt u de volgende werking:
UG beheert de stijgende werking tot aan het verstrijken van de
bedrijfstijd van de motor, DG beheert de dalende werking van
het luik. Als u een opdracht verzendt in dezelfde draairichting
voordat de bedrijfstijd is verstreken zal de centrale de opdracht
negeren. Als u een opdracht verzendt in de tegenovergestelde
richting voordat de bedrijfstijd is verstreken zal de centrale de
richting omkeren.
W
ERKING MET VERSCHILLENDE MODELLEN
R
ADIOBESTURINGEN
Het is mogelijk om verschillende modellen radiobesturingen te
programmeren: door een code ( 1 toets ) in het geheugen op te
slaan bekomt men een cyclische werking Stap voor Stap
(Omhoog - Stop - Neer), door twee verschillende codes ( 2
toetsen ) op te slaan bekomt men verschillende besturingen, de
eerste voor Omhoog en de tweede voor Neerlaten, door een
radiobesturing reeks BeFree (3 toetsen) op te slaan bekomt
men verschillende besturingen, de eerste toets voor Omhoog,
de tweede voor Stop en de derde voor Neerlaten.
Werking met radiobesturing 1 Toets :
Door gebruik van de radiobesturing met één enkele toets
bekomt men de volgende werking: de eerste impuls bestuurt
Omhoog tot aan het uitvallen van de motortijd. De tweede
impuls bestuurt het Neerlaten van de zijgeleider; indien er een
impuls gegeven wordt vooraleer het uitvallen van de motortijd
zal de centrale de zijgeleider stoppen, een volgende impuls
zorgt voor het hernemen van de beweging in tegengestelde
richting.
Werking met radiobesturing 2 Toetsen :
Door gebruik van de radiobesturing met 2 toetsen bekomt men
de volgende werking: de eerste toets ( “Up” in
overeenstemming met met de richting omhoog ) bestuurt
Omhoog tot het uitvallen van de motortijd en de tweede toets (
“Down” in overeenstemming met met de richting Neer )
bestuurt Neerlaten van de zijgeleider. Indien tijdens Omhoog
opnieuw een commando Up gegeven wordt, zal de centrale
verdergaan met de beweging Omhoog, terwijl indien een
commando Down gegeven wordt, zal de centrale de beweging
stoppen.
NL