48
NL/BE
•
De machinekop (4) kan door de borgschroef (22) los
te draaien, naar links tot max. 45° schuin geplaatst
worden.
8.2 Fijne instelling van de aanslag voor kapsnede
90° (fig. 1/6/7)
•
De aanslagwinkelhaak is niet bij de levering be-
grepen.
•
De machinekop (4) naar beneden laten zakken en met
de borgpen (23) vastzetten.
•
De borgschroef (22) losdraaien.
•
De aanslaghoek (a) tussen zaagblad (6) en draaitafel
(14) plaatsen.
•
De stelschroef (27) zover verstellen, tot de hoek tus
-
sen zaagblad (6) en draaitafel (14) 90° bedraagt.
•
De instelling moet niet gefixeerd worden, omdat deze
door de voorspanning van de veer vastgehouden wordt.
•
Controleer ten slotte de positie van de hoekweergave.
Indien nodig, de naald (19) met een kruiskopschroe
-
vendraaier losdraaien, op de 0°-positie van de hoek
-
schaal (18) zetten en de borgschroef weer vastdraaien.
8.3 Kapsnede 90° en draaitafel 0° (fig.8)
Bij zaagsnedes tot ca. 100 mm kan de trekfunctie van de
zaag met de borgschroef (20) in de achterste positie ge
-
fixeerd worden. In deze positie kan de machine voor af
-
korten worden gebruikt. Mocht de zaagsnede boven 100
mm liggen, dan moet erop gelet worden, dat de borg
-
schroef (20) los en de machinekop (4) beweegbaar is.
Let op! De verschuifbare aanslagrail (16a) moet voor 90°
afkortsneden in de binnenste positie worden gefixeerd.
•
Open de vastzetschroef (16b) van de verschuifbare
aanslagrail en schuif de verschuifbare aanslagrail
naar binnen.
•
De verschuifbare aanslagrail (16a) moet zodanig voor
de binnenste positie worden gearrêteerd dat de af
-
stand tussen aanslagrail (16a) en zaagblad (6) maxi
-
maal 8 mm bedraagt.
•
Controleer voor het zagen dat tussen de aanslagrail
(16a) en het zaagblad (6) geen botsing mogelijk is.
•
Vastzetschroef (16b) terug aanhalen.
•
Machinekop (4) naar de bovenste stand brengen.
•
Machinekop (4) aan de handgreep (1) naar achte
-
ren schuiven en, indien nodig, in deze stand fixeren.
(naargelang de snijbreedte).
•
Het te snijden hout tegen de aanslagrail (16) en op de
draaitafel (14) leggen.
•
Het materiaal op de vaststaande zaagtafel (15) vast
-
zetten m.b.v. de spaninrichting (7) zodat het tijdens
het zagen niet kan verschuiven.
•
Op de ontgrendelhefboom (3) drukken teneinde de
machinekop (4) vrij te zetten.
•
AAN / UIT-schakelaar (2) indrukken om de motor in
te schakelen.
•
Bij gefixeerde trekgeleiding (21): met de handgreep
(1) de machinekop (4) gelijkmatig en met lichte druk
omlaag bewegen tot het zaagblad (6) het werkstuk
heeft doorsneden.
•
Bij niet gefixeerde trekgeleiding (21): Machinekop (4)
helemaal naar voren trekken. Handgreep (1) gelijkma
-
tig en met lichte druk helemaal naar beneden duwen.
•
Voorkom onnodige belasting van de machine: als bij
het zagen teveel druk wordt uitgeoefend, zal het zaag
-
blad snel beschadigen, wat leidt tot geringere pres
-
taties van de machine bij de verwerking en minder
nauwkeurige zaagsnedes.
•
Gebruik altijd klemmen wanneer u kunststof moet za
-
gen: de te zagen delen moeten altijd met klemmen
worden vastgezet.
•
Voorkom dat u de machine onbedoeld inschakelt: als u
de stekker in het stopcontact steekt, mag de startknop
niet worden ingedrukt.
•
Gebruik gereedschap dat in deze handleiding wordt
aanbevolen. U verkrijgt dan optimale prestaties met
uw afkortzaag.
•
Houd uw handen buiten de werkruimte, wanneer de
machine in bedrijf is.
•
Voordat u instel- of onderhoudswerkzaamheden uit
-
voert, laat u de startknop los en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
7. Vóór ingebruikneming
•
De machine moet worden opgesteld zodat ze veilig
staat, d.w.z. ze moet op een werkbank, een universeel
onderstel of iets dergelijks worden vastgeschroefd.
•
VVóór ingebruikneming dienen alle afdekkingen en
veiligheidsinrichtingen naar behoren te zijn gemon
-
teerd.
•
Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
•
Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwerpen letten
zoals b.v. nagels of schroeven etc.
•
Voordat u de AAN-/UIT-schakelaar bedient moet het
zaagblad correct gemonteerd zijn. Beweeglijke delen
moeten gemakkelijk bewegen.
•
Vóór het aansluiten controleren of de gegevens ver-
meld op het kenplaatje overeenstemmen met de ge
-
gevens van het stroomnet.
8. Montage en bediening
8.1 Zaag monteren (fig. 1/2/3/4/5)
•
Om de draaitafel (14) te verstellen, de borgschroef
(26) ca. 2 slagen losdraaien.
•
De draaitafel (14) en naald (12) naar de gewenste
hoek van de schaal (13) draaien en met de borg
-
schroef (26) vastzetten.
•
Door de machinekop (4) licht naar beneden te druk
-
ken en gelijktijdig de borgpen (23) uit de motorbeu
-
gel te trekken, wordt de zaag uit de onderste stand
ontgrendeld.
•
De machinekop (4) naar boven draaien, tot de ont
-
grendelingshendel (3) vastklikt.
•
De kleminrichting (7) kan zowel links als rechts aan de
vaste zaagtafel (15) bevestigd worden. Steek de klem
-
inrichting (7) in het daartoe voorziene boorgat aan de
achterkant van de aanslagscheen (16) en borg deze
met de vleugelschroef.
•
Werkstuksteunen (8) aan de vaststaande zaagtafel
(15) als in afbeelding 5 weergegeven aanbrengen en
met de schroef (9) vastzetten.