www.scheppach.com /
+(49)-08223-4002-99 /
+(49)-08223-4002-58
100 | NL
• Verder kunnen er ondanks alle voorzorgsmaatre-
gelen nog niet bekende risici’s bestaan.
• Deze overige risico’s kunnen geminimaliseerd wor-
den, als de „Veiligheidswenken“ en het „Gebruik
volgens de voorschriften“ en de gebruiksaanwij-
zing in z’n geheel in acht genomen worden.
7. Technische gegevens
Technische gegevens
Dimensions L x B x H mm
1460/210/380
Toerental 1/min
890/1260/1760/2600
min
-1
Werkstukgrootte max..
1000mm
Diameter werkstuk max.
350mm
Schroefdraad van de vaste
kop
M18
Tömeg kg
22
Drijf
Motor V~/Hz
230-240 /50
Vermogen W
400 W S2 15min
Technische wijzigingen voorbehouden!
Bedrijfsmodus S2 - Kortstondig bedrijf
Constante werking van de koelvloeistof gedurende
15 minuten of minder, gevolgd door een stilstandtijd
en een pauze van voldoende lange duur om de ma-
chine tot omgevingstemperatuur binnen 2 K te laten
afkoelen.
Het geluid van deze zaag is bepaald conform EN
61029.
Geluidsdrukniveau L
pA
61 dB(A)
Onzekerheid K
pA
3 dB
Geluidsvermogen L
WA
74 dB(A)
Onzekerheid K
WA
3 dB
Draag een gehoorbescherming.
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn. Totale
vibratiewaarden (vectorsom van drie richtingen) be-
paald volgens EN 61029.
8. Montage en bediening
Vóór inbedrijfstelling
De machine moet worden opgesteld zodat ze veilig
staat, dwz. ze moet op een werkbank of een vast o
derstel worden vastgeschroefd. Te dien einde is het
voetstuk van de zaagmachine voorzien van boorga-
ten.
• Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen en vei-
ligheidsinrichtingen naar behoren zijn gemonteerd.
• Het lintzaagblad moet vrij kunnen draaien.
• De in deze gebruikershandleiding beschreven
waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en aan-
wijzingen kunnen niet alle mogelijke voorwaarden
en situaties afdekken. De gebruiker moet begrij-
pen dat een gezond verstand en voorzichtigheid
factoren zijn die niet in dit product kunnen worden
ingebouwd, maar door de gebruiker moeten wor-
den geleverd.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor het
gebruik van een opspanplaat
• Controleer of de opspanplaat de juiste grootte
heeft om het werkstuk te ondersteunen.
• Controleer of het werkstuk goed op de opspanplaat
is bevestigd.
• Snij het werkstuk vóór montage op een opspan-
plaat zo goed mogelijk in de definitieve vorm.
• Voor het draaien van de opspanplaat mag uitslui-
tend een schraapbeitel worden gebruikt. Snijbei-
tels kunnen makkelijk uit de handen worden ge-
rukt.
• Let op dat de draaibankbeitel de stelschroeven
voor de definitieve maten van het werkstuk niet
kunnen raken.
6.
Overige risico’s
De machine is volgens de nieuwste stand van de
techniek en de erkende veiligheidstechnische regels
gebouwd. Toch kunnen er tijdens het werken nog
een enkele risico’s optreden.
• Verwerk alleen uitgezocht hout zonder fouten zo-
als: Kwasten, dwarsscheuren, oppervlaktescheu-
ren. Hout met fouten neigt tot splinters en vormt
een risico tijdens het werken.
• Niet zorgvuldig gelijmd hout kan door de middel-
puntvliedende kracht tijdens het bewerken explo-
deren.
• Voor het inspannen het ruwe werkstuk in vierkan-
te vorm zagen, centreren en op goede inspanning
letten. Onbalans in het werkstuk leidt tot gevaar
voor verwondingen.
• Gevaar voor verwondingen door slechte werk-
stukgeleiding bij niet exact opgestelde support
en stomp draaiers gereedschap. Voorwaarde voor
deskundig draaien is goed, scherp draaiersge-
reedschap.
• Gevaar voor verwondingen door het roterende
werk stuk bij lang haar en losse kleding. Persoon-
lijke bescher mingsmiddelen zoals haarnetje en
nauwsluitende werk kleding.
• Gevaar voor uw gezondheid door houtstof of hout-
spaan ders. Persoonlijke beschermingsmiddelen
zoals oog be scherming en stofmasker dragen.
• Gevaar voor uw gezondheid door stroom, bij ge-
bruik van aansluitkabels, die niet aan de voor-
schriften voldoen.