www.scheppach.com
106 | NL
LET OP:
De parallelaanslag moet parallel ten opzich-
te van het zaagblad worden ingesteld. Controleer de
uitlijning en stevige bevestiging van de parallelaanslag
(14), met name tijdens het gebruik alsook bij langdurig
buiten gebruik. Door trillingen kunnen schroefverbin-
dingen losraken. Indien nodig, stelt u de parallelaan-
slag (14) weer in en haalt u de kartelmoer (i) weer aan.
Fixeer de schroefverbindingen (k) met de inbussleutel
(niet bij de levering inbegrepen) (afb. 21a).
11.3.1 Smalle werkstukken zagen (afb. 25)
Langssneden van werkstukken met een breedte van
minder dan 120 mm moeten absoluut met behulp van
een schuifstok (17) worden uitgevoerd. De schuifstok
(17) is meegeleverd. Versleten resp. beschadigde
schuifstok (17) direct vervangen.
1. De parallelaanslag (14) overeenkomstig de betref-
fende werkstukbreedte instellen.
2. Werkstuk met beide handen naar voren schuiven,
in het bereik van het zaagblad absoluut een schuif-
stok (17) als hulpmiddel gebruiken.
3. Schuif het werkstuk altijd door tot aan het einde
van de splijtwig (3).
m
LET OP:
Bij korte werkstukken moet de schuifstok
direct vanaf het begin worden gebruikt.
11.3.2 Zeer smalle werkstukken zagen
Voor langssneden van zeer smalle werkstukken met
een breedte van 30 mm en minder moet absoluut een
duwhout worden gebruikt. Het duwhout is niet bij de
levering inbegrepen! (Verkrijgbaar in de vakhandel)
Vervang op tijd een versleten duwhout.
Werkstukken kunnen bij het zagen tussen de paral-
lelaanslag en het zaagblad vastgeklemd raken, door
het zaagblad worden vastgegrepen of worden wegge-
slingerd. Daarom heeft het lage geleidingsvlak van de
parallelaanslag de voorkeur. Zet indien nodig de aan-
slagrail om (zie 10.4.2).
1. De parallelaanslag moet worden ingesteld op de
zaagbreedte van het werkstuk.
2. Werkstuk met duwhout tegen de aanslagrails
drukken en het werkstuk met de schuifstok (17) tot
aan het einde van de splijtwig (3) doorschuiven.
11. Bedrijf
11.1 Werkinstructies
• Na elke nieuwe instelling adviseren wij een testloop
om de ingestelde afmetingen te controleren.
• Na het inschakelen van de zaag moet u wachten tot
het zaagblad het maximum toerental heeft bereikt,
voordat u de snede uitvoert.
• Ondersteun lange werkstukken, om te voorkomen
dat ze na het zagen omkantelen (bijv. met een rol-
staander etc.).
• Let op bij het insnijden.
• Gebruik het apparaat alleen met afzuiging.
• Controleer en reinig regelmatig de afzuigkanalen.
11.2 Geschiktheid van de zaagbladen
• 24 tanden: zachte materialen, hoge spanenafvoer,
groot zaagbeeld
• 48 tanden (niet bij de levering inbegrepen): harde
materialen, geringe spanenafvoer, fijner zaagbeeld
11.3 Langssneden uitvoeren (afb. 24)
Hierbij wordt een werkstuk in de lengterichting door-
gezaagd. Een zijde van het werkstuk wordt tegen de
parallelaanslag (14) gedrukt, terwijl de vlakke zijde op
de zaagtafel (1) ligt.
De zaagbladbescherming (2) moet altijd op het werk-
stuk worden neergelaten. De werkpositie bij de langs-
snede mag nooit in een lijn met het zaagverloop zijn.
1. Parallelaanslag (14) en aanslagrail (30) overeen-
komstig de hoogte van het werkstuk en de ge-
wenste breedte instellen.
2. Zet de zaag aan.
3. Handen met gesloten vingers vlak op het werkstuk
leggen en langs het werkstuk op de aanslagrail
(30) in het zaagblad (4) schuiven.
4. Zijdelingse geleiding met de linker of rechterhand
(afhankelijk van de positie van de parallelaanslag)
uitsluitend tot aan de voorkant van de zaagbladbe-
scherming (2).
5. Schuif het werkstuk altijd door tot aan het einde
van de splijtwig (3).
6. Verwijder het zaagafval van de zaagtafel (1) pas
als het zaagblad (4) zich weer in rustpositie be-
vindt.
7. Lange werkstukken moeten worden ondersteund
om te voorkomen dat ze na het zagen omkantelen!
(bijv. met een rolstaander enz.)
Содержание 5901312901
Страница 6: ...www scheppach com 6 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 A B C D E F G H I J K 28...
Страница 153: ...www scheppach com 153...
Страница 154: ...www scheppach com 154...