230
Gebruik daarvoor in geen geval substanties die bij contact met
de huid of de slijmvliezen of bij inslikken of inhaleren giftig kun-
nen zijn.
Reinig de behuizing van het apparaat indien nodig met een licht
vochtige doek die u met mild zeepsop kunt bevochtigen.
• Als er resten van opgeloste medicijnen of andere verontreini-
gingen op de zilverkleurige contacten van het apparaat en de
mesh-vernevelaar (2) zitten, kunt u de contacten reinigen met
een wattenstaafje dat bevochtigd is met ethanol.
• Reinig de buitenzijden van het mesh en van het medicijnreser-
voir ook met een wattenstaafje dat bevochtigd is met ethanol.
Let op
• Het apparaat moet uitgeschakeld en afgekoeld zijn voordat
u het reinigt.
• Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen en houd het appa-
raat nooit onder water.
• Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat terechtkomt!
• Reinig het apparaat en de toebehoren niet in een vaatwas-
machine!
• Zorg ervoor dat er geen water op het apparaat terechtkomt.
Gebruik het apparaat alleen als het volledig droog is.
• Sproei geen vloeistoffen in de ventilatiesleuven! Binnenge-
drongen vloeistoffen kunnen de elektronica en andere on-
derdelen van de inhalator beschadigen en daardoor storin-
gen veroorzaken.