NEDERLANDS
47
b)
Draag persoonlijke beschermende uitrusting en altijd een veiligheidsbril.
Het dragen
van persoonlijke beschermende uitrusting zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen,
een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het
elektrische gereedschap, vermindert het risico van verwondingen.
c)
Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer dat het elektrische gereedschap uitge-
schakeld is voordat u de stekker in het stopcontact steekt of de accu aansluit en
voordat u het gereedschap oppakt of draagt.
Wanneer u bij het dragen van het elektri-
sche gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap inge-
schakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
d)
Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het elektrische gereed-
schap inschakelt.
Een instelgereedschap of sleutel in een draaiend deel van het gereed-
schap kan tot verwondingen leiden.
e)
Voorkom een onevenwichtige lichaamshouding. Zorg ervoor dat u stevig staat en
steeds in evenwicht blijft.
Daardoor kunt u het elektrische gereedschap in onverwachte si-
tuaties beter onder controle houden.
f)
Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren,
kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sie-
raden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen.
g)
Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd,
dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt.
Het gebruik van een stofafzuiging beperkt het gevaar door stof.
h)
Ondanks het feit dat u eventueel heel goed vertrouwd bent met het gebruik van ge-
reedschappen, moet u ervoor zorgen dat u niet nonchalant wordt en veiligheidsvoor-
schriften voor het gereedschap gaat negeren.
Een onoplettende handeling kan binnen
een fractie van een seconde ernstig letsel veroorzaken.
4) Zorgvuldige omgang met en zorgvuldig gebruik van elektrische gereedschappen
a)
Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor be-
stemde elektrische gereedschap.
Met het passende elektrische gereedschap werkt u be-
ter en veiliger binnen het aangegeven capaciteitsbereik.
b)
Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is.
Elektrisch ge-
reedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden ge-
repareerd.
c)
Trek de stekker uit het stopcontact en/of neem de accu (indien uitneembaar) uit het
elektrische gereedschap, voordat u het elektrische gereedschap instelt, accessoires
wisselt of het elektrische gereedschap opbergt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt on-
bedoeld starten van het elektrische gereedschap.
d)
Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat
het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze
aanwijzingen niet hebben gelezen.
Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer
deze door onervaren personen worden gebruikt.
e)
Pleeg onderhoud aan elektrische gereedschappen en accessoires. Controleer of be-
wegende delen van het gereedschap correct functioneren en niet vastklemmen en of
onderdelen zodanig gebroken of beschadigd zijn dat de werking van het elektrische
gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat deze beschadigde onderdelen voor het
gebruik repareren.
Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische
gereedschappen.
f)
Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon.
Zorgvuldig onderhouden snij-
dende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn ge-
makkelijker te geleiden.
g)
Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, inzetgereedschappen en dergelijke
volgens deze aanwijzingen. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te
voeren werkzaamheden.
Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de
voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.