RoMedic Vega505EE, Инструкция по эксплуатации

Страница: 111 / 177

Risico Gevaar Informatie over risicobeheersingsmaatregelen
Gebruikersrisico Kantelen apparaat Als een lift opgestart wordt terwijl de gebruiker zich ver buiten
het steunvlak van de lift bevindt, of wanneer een gebruiker die
in een tilband zit buiten het steunvlak van de lift bewogen wordt,
kan het apparaat kantelen waardoor de gebruiker kan vallen.
Tijdens het tillen moet de gebruiker zich gedurende de gehele
tilbeweging boven het steunvlak van de lift bevinden. Zorg bij
aanvang of gedurende de tilbeweging dat de gebruiker nooit
buiten de zone boven het steunvlak van de lift komt.
Materiaalrisico Onderdelen die
loskomen of breken ten
gevolge van corrosie Onjuist hanteren van de lift kan leiden tot corrosie van
onderdelen. De lift mag alleen binnen gebruikt worden en
mag niet opgeslagen of gebruikt worden in natte of vochtige
omgevingen.
Zie de gedeelten Contra-indicaties, voorzorgsmaatregelen
en waarschuwingen en Onderhoud voor meer informatie en
gedetailleerde gegevens over de gebruiks- en opslagomgeving.
Batterij-informatie op het display
Het batterijniveau wordt weergegeven in vier fases:
Batterijstatus 1 : De batterij is in orde, opladen is niet nodi (100–50%).
Batterijstatus 2 : De batterij moet worden opgeladen (50–25%).
Batterijstatus 3: De batterij moet worden opgeladen (minder dan 25%). Bij deze batterijstatus klinkt
er een toon bij het indrukken van een knop.
Batterijstatus 4 : De batterij moet worden opgeladen. Bij deze status functioneert de lift niet meer
volledig. Bij batterijstatus 4 is het alleen mogelijk om de tilarm omlaag te brengen.
Bovendien klinkt er een audiosignaal als een bedieningsknop wordt ingedrukt (bij 17 V of lager).
Het symbool schakelt gedurende 10 seconden tussen de twee afbeeldingen.
Het batterijsymbool wordt weergegeven wanneer het kastje actief is, totdat deze uitgeschakeld wordt
(2 minuten na gebruik). U kunt geen andere batterijtypes gebruiken dan BAJ1/BAJ2.
Het batterijniveau wordt gemeten aan de hand van de spanning. Dit betekent dat het mogelijk is
dat de batterij bijvoorbeeld wisselt van status 1 naar status 2 en vervolgens weer terugschakelt naar
status 1.
Accu opladen
Een toon bij het gebruik van de lift geeft aan dat de accu moet worden opgeladen.
Laadt de accu na gebruik van de lift op, zodat de accu altijd volledig is opgeladen.
Vergrendel de zwenkwielen tijdens het opladen van de accu.
1. Verbind de oplaadkabel met een stopcontact en de laadkabelaansluiting. Het laadsymbool wordt
op het display getoond.2. Controleer of de lampjes op het bedieningsconsole gaan branden. Het
groene lampje geeft aan dat de oplader stroom krijgt en het gele lampje geeft aan dat de batterij wordt
opgeladen.
3. Het opladen stopt automatisch als de accu volledig is opgeladen.
Muurlader
1. Haal de accu uit de lift en plaats deze in de muurlader.
2. Controleer of het lampje op de voorkant van de oplader gaat branden.
N.B.!
Voordat de lift voor de eerste keer wordt gebruikt, moet deze ten minste 4 uur worden opgeladen.
Voor een maximale levensduur van de accu moet deze regelmatig worden opgeladen. Bij dagelijks
gebruik van de lift bevelen wij dagelijks opladen aan.
De noodstop mag niet geactiveerd zijn tijdens het opladen.
111 I F U
System