42
• Schakel de koffiemachine in
met de netschakelaar (6). Het
lampje aan de schakelaar brandt
rood.
VOORZICHTIG, gevaar voor
verbranding:
– Er bestaat gevaar voor ver-
branding door stoom die via
de stoomuitlaatopening (2)
ontsnapt. Deze mag niet
worden afgedekt. Tijdens
de werking mag de filter
nooit naar buiten worden
gezwenkt en mag het dek-
sel van de watertank nooit
worden geopend.
– Er mag geen water in het
apparaat worden gedaan als
dit ingeschakeld is of nog
heet is.
• Wacht tot de koffiemachine
na afloop van het bereidingspro
-
ces zichzelf automatisch heeft
uitgeschakeld. De netschakelaar
springt dan terug in zijn uitgangs-
positie.
•
Leeg de isoleerkan.
•
Herhaal de beschreven stap-
pen met vers water.
KOFFIE ZETTEN
•
Sluit het netsnoer (12) aan op
het stopcontact.
Aanwijzingen:
De koffie blijft langer warm als u
de volgende aanwijzingen in acht
neemt:
–
Spoel de isoleerkan (9) met
heet water voordat u koffie zet.
–
Haal de isoleerkan van het
voetstuk (10) wanneer de kof-
fie volledig is doorgelopen.
•
Plaats de isoleerkan in het
midden op het voetstuk. Let er
daarbij op dat de pijl (7) naar
"koffie zetten" wijst.
•
Doe koud, schoon water in een
schone bak.
Klap het deksel van de water-
tank (1) omhoog.
Aanwijzing:
Het apparaat mag niet verder dan
tot het maximaal mogelijke aantal
kopjes met koud water worden
gevuld (markering "max").
•
Vul de watertank (3) tot het
gewenste aantal kopjes. Dit
kan worden afgelezen aan de
waterniveau-indicatie (5).
•
Sluit het deksel van de water-
tank.
Zwenk de filter (13) tot aan
de aanslag naar links uit het
apparaat.
• Plaats een papieren filter
(filtermaat 4) recht in de filter
-
houder (14). Vouw daarbij de
geponste randen van de papieren
filter om, zodat deze niet uit
-
steekt.
• Doe de gemalen koffie voor
het gewenste aantal kopjes in de
papieren filter.
• Zwenk de filter terug in het
apparaat.
• Schakel de koffiemachine in
met de netschakelaar (6). Het
lampje aan de schakelaar brandt
rood.
VOORZICHTIG, gevaar voor
verbranding:
– Er bestaat gevaar voor ver-
branding door stoom die via
de stoomuitlaatopening (2)
ontsnapt. Deze mag niet
worden afgedekt. Tijdens
de werking mag de filter
nooit naar buiten worden
gezwenkt en mag het dek-
sel van de watertank nooit
worden geopend.
– Er mag geen water in het
apparaat worden gedaan als
dit ingeschakeld is of nog
heet is.
• Wacht tot de koffiemachine
na afloop van het bereidingspro
-
ces zichzelf automatisch heeft
uitgeschakeld. De netschakelaar
springt dan terug in zijn uitgangs-
positie.
• Wanneer de koffie volledig is
doorgelopen, haal dan de isoleer-
kan eruit.
•
Draai het deksel van de iso-
leerkan (8) in de stand "koffie uit
-
schenken" en serveer de koffie.
Aanwijzing:
Leg de isoleerkan niet neer,
omdat hij niet absoluut dicht is.
Koffiefilter verwijderen
Zwenk de filter (13) tot aan
de aanslag naar links uit het
apparaat.
Ontgrendel de filterhou
-
der (14) door de hendel naar
rechts te schuiven.
Haal de filterhouder eruit en
gooi het koffiedik samen met
de papieren filter weg via het
bioafval.
• Plaats de filterhouder weer.
•
Vergrendel hem door de
hendel naar links te schuiven tot
hij vastklikt.
REINIGEN
Reinig de koffiemachine regelma
-
tig om kalkaanslag te voorko-
men. Kalkaanslag kan afbreuk
doen aan de prestatie van het
apparaat.
Aanwijzingen:
–
De onderdelen van het appa-
raat zijn niet geschikt voor
reiniging in de vaatwasser.
–
Dompel de isoleerkan (9)
nooit onder in water of andere
vloeistoffen, omdat er anders
water tussen de wanden van
de isoleerkan kan komen.
Nederlands