2445
9
NL
PROBLEMEN BIJ DE INBEDRIJFSTELLING EN OORZAKEN
N.B.:
Als er nog steeds startproblemen zijn, zelfs na de hierboven opgesomde oplossingen dan moet u
alvorens de controledoos te vervangen nagaan of er geen kortsluiting(en) is (zijn) in de verbindin-
gen van de motor, de gasventielen, de ontstekingstransformator en de externe signalisaties.
STORINGEN TIJDENS DE WERKING
Vergrendeling door :
– uitgaan van de vlam
– ionisatiesonde in verbinding met de massa
– opening van de luchtdrukschakelaar
Stilstand door
:
– opening van de gasdrukschakelaar
PROBLEMEN
OORZAKEN
De brander voert de voorven-
tilatie normaal uit, de vlam
wordt ontstoken en 3 sec. na
de ontsteking vergrendelt de
brander.
De ionisatiesonde is in verbinding met de massa of komt niet in con-
tact met de vlam; of de verbinding met de controledoos is verbroken
of er is geen isolatie met de massa.
Zwakke ionisatiestroom (
onder 3 µA).
De gasdrukschakelaar is te nauwkeurig geregeld t.o.v. de
werkingsdruk.
De brander vergrendelt na de
voorventilatie omdat de vlam
niet ontstoken werd.
De ventielen laten te weinig gas door
(lage druk van het gasnet).
De ventielen zijn defect.
Geen of onregelmatige vlamboog.
De leiding werd niet ontlucht.
De brander vergrendelt
tijdens de voorventilatie.
De luchtdrukschakelaar geeft geen contact; hij is debiet ofwel is de
luchtdruk te laag (
branderkop slecht afgesteld).
Er is vlamsimulatie
(of de vlam is werkelijk aanwezig).
De brander ontsteekt niet bij
de sluiting van de thermo-
staat.
Er is geen gas.
De gasdrukschakelaar sluit het contact niet; hij is slecht geregeld.
De luchtdrukschakelaar is overgeschakeld naar werkingsstand.
De brander herhaalt voortdu-
rend de opstartfase zonder te
vergrendelen.
Dit is een bijzonder probleem veroorzaakt doordat de gasdruk te
dicht bij de waarde ligt waarop de gasdrukschakelaar is afgesteld.
Zodra het ventiel opengaat veroorzaakt een plotse drukdaling de
kortstondige opening van de gasdrukschakelaar. Omdat het ventiel
daarna onmiddellijk opnieuw dichtgaat, heeft de druk de neiging om
te stijgen waardoor de gasdrukschakelaar opnieuw sluit en de op-
startfase van de brander wordt herhaald, steeds weer opnieuw.
Men kan dit probleem oplossen door de drukregeling van de gas-
drukschakelaar te verlagen.