16
• Na een crash de stuwkrachtregelaar altijd onmiddellijk naar onder bewegen.
Bedieningstips
instructies om veilig te vliegen
4. ALgeMeNe vLiegtiPS:
• De helikopter altijd op een effen vlak zetten. Een schuin vlak kan het startgedrag van de
helikopter onder omstandigheden negatief beïnvloeden.
• De regelaars altijd langzaam en met gevoel bewegen.
• De helikopter altijd in het oog houden en niet naar de afstandsbediening kijken!
• De stuwkrachtregelaar weer iets naar onder bewegen, van zodra de helikopter van de vloer
opstijgt. Om de vlieghoogte te houden, de instelling van de stuwkrachtregelaar aanpassen.
• Als de helikopter daalt, de stuwkrachtregelaar weer iets naar boven bewegen. Als de helikopter
stijgt, de stuwkrachtregelaar iets naar onder bewegen.
• Om een bocht te vliegen volstaat het vaak al, om de stuwkrachtregelaar iets in de betreffende
richting aan te tippen. Bij de eerste vliegpogingen neigt men ertoe, om de helikopter te hevig te
besturen. De stuwkrachtregelaar moet altijd langzaam en voorzichtig worden bewogen. In geen
geval snel of met schokken.
• Beginners dienen na het trimmen eerst te proberen, om de stuwkrachtregelaar te beheersen.
De helikopter moet in het begin niet absoluut recht vooruit vliegen - het komt er veeleer op aan,
om door herhaaldelijk licht aantippen van de stuwkrachtregelaar een constante hoogte van onge-
veer een meter boven de grond te houden. Eerst daarna kan men oefenen, om de helikopter
naar links resp. naar rechts te besturen.
5. De geScHikte vLiegoMgeviNg:
De plaats waarop de helikopter kan worden gevlogen dient aan de volgende criteria te voldoen:
1. Het dient om een gesloten ruimte te gaan, waarin windstilte heerst. Indien mogelijk mogen
er geen airco’s, elektrische straalkachels enz. aanwezig zijn, die luchtstromen zouden kun-
nen veroorzaken.
2. De ruimte dient minimum 10 meter lang, 6 meter breed en 3 meter hoog te zijn.
3. Er mogen geen storende voorwerpen in de ruimte aanwezig zijn (ventilatoren, lampen enz.).
4. Bij het starten er absoluut voor zorgen, dat levende wezens - ook de piloot - verder dan 1-2
meter van de helikopter verwijderd zijn, als de vlucht begint.
5. De helikopter altijd observeren, zodat hij niet tegen de piloot, andere mensen of dieren
vliegt en deze verwondt.
Let oP!
Voor modelvliegtuigen en -helikopters, die buiten worden gevlogen, bestaat er sinds 2005
verzekeringsplicht. Gelieve met uw verzekeraar voor burgerlijke aansprakelijkheid te spreken en
overtuig u ervan, dat uw nieuwe en voorhanden modellen in deze verzekering zijn inbegrepen.
Laat u deze bevestiging schriftelijk geven en bewaar de bevestiging goed. Alternatief biedt de
DMFV op het internet op www.dmfv.aero een kosteloos testlidmaatschap incl. verzekering aan.
Safety tips
Fouten oplossen
oorzaak:
• De ON/OFF-schakelaar staat op „OFF“.
• De accu is te zwak of leeg.
oplossing:
• De ON/OFF-schakelaar op „ON“ zetten.
• De accu laden.
Probleem:
De rotorbladen bewegen niet.
oorzaak:
• De accu is te zwak.
oplossing:
• De accu laden.
Probleem:
De helikopter stopt zonder
zichtbare reden gedurende
de vlucht en daalt.
oorzaak:
• Verbinding tussen helikopter en
afstandsbesturing is onderbroken
oplossing:
• Helikopter en afstandsbesturing opnieuw
binden (zie boven)
Probleem:
De helikopter kan niet worden
bestuurd.
oorzaak:
• Te sterke trimming naar links of rechts,
continu drukken op de trimtoetsen
oplossing:
• Reset van de trimming door herhaald, meer-
voudig aantippen van de trimtoetsen voor de
tegengestelde richting (vergelijk pagina 15)
Probleem:
De helikopter draait naar links
of rechts om zijn eigen as
Service-instructies
op www.revell-control.de vindt u bestelmogelijkheden en
vervangingstips voor reserveonderdelen, alsmede andere nuttige
informatie over alle modellen van revell control.
www.revell-control.de
Verdere tips en truukjes vindt u op het internet onder
www.revell-control.de.
Nederlands
Binden van de helikopter aan de afstandsbesturing
1. Schakel helikopter en afstandsbesturing uit.
2. Druk op de rode trimtoets en houd deze ingedrukt.
3. Schakel de afstandsbesturing bij ingedrukte rechter trimtoets in.
4. De rode LED op de afstandsbesturing knippert.
5. Schakel nu de helikopter in, de LED onderaan aan de helikopter knippert.
6. Van zodra de rode LED op de afstandsbesturing continu oplicht, is de binding beëin-
digd en u kunt starten.
Votre hélicoptère a déjà été connecté en usine avec la télécommande. S’il est nécessaire de le reconnecter, veuillez procéder comme suit :
Wisselen van de rotorbladen
1.
Neem een kruisschroeven-
draaier en schroef de schroeven
voorzichtig af van het rotorblad.
Als de rotorbladen van de helikopter worden beschadigd en u deze dient te vervangen, handelt u als volgt:
Let er bij de montage op,
dat u de rotorbladen niet
verwisselt.
2.
Trek nu voorzichtig het rotorblad
af van de houder.
3.
Plaats het nieuwe rotorblad voorzichtig weer
in de houder en schroef de schroef vast.
Let op:
Schroef de schroef niet te vast. Het
rotorblad moet een beetje speling hebben.