68
8. Montage
De montage en de installatie van het apparaat mogen uitsluitend door een vakman worden
uitgevoerd die vertrouwd is met de gevaren en relevante voorschriften. Het product mag al-
leen onderhouden, bediend en in gebruik genomen worden door personen die overeenkomstig
gekwalificeerd zijn.
Let er bij de keuze van de montageplaats van uw apparaat op dat schokken, trillingen, stof, hitte,
koude en vocht moeten worden vermeden. Er mogen bovendien geen sterke transformatoren of
motoren in de buurt van het apparaat zijn.
Het lichteffect mag alleen op plaatsen met een omgevingstemperatuur van maximaal 45 °C wor-
den gebruikt.
U mag het apparaat nooit afdekken. Zorg bij de montage met andere apparatuur op voldoende
ventilatie. Bewaar voldoende afstand tot andere toestellen en muren. Monteer het lichteffect
niet in de onmiddellijke omgeving van warmtebronnen. Richt geen sterke stralers of lichtbron-
nen op het apparaat. Dit kan leiden tot oververhitting (brandgevaar!).
U mag voor de montage van het product geen bijkomende gaten of schroeven in de behuizing
boren of vastschroeven. Hierdoor kunnen onder spanning staande onderdelen bloot komen te
liggen.
Het apparaat moet buiten handbereik van personen worden gemonteerd.
Verlichte voorwerpen moeten minstens 0,5 m van de lichtopening van het apparaat verwijderd
zijn. Licht ontvlambare materialen, zoals decoratieve stoffen, moeten minstens 0,5 m van het
apparaat verwijderd zijn. Anders bestaat brandgevaar!
Zorg ervoor dat het netsnoer bij de montage van het product niet wordt afgekneld of door scher-
pe randen wordt beschadigd.
Tijdens montage- en servicewerkzaamheden dient de omgeving onder de montageplaats te zijn
afgezet.
Het montageoppervlak of -inrichting dienen zo geconstrueerd te zijn, dat deze minstens 1 uur
lang de 10-voudige werkbelasting zonder blijvende schadelijke vervorming kan doorstaan.
Het toestel dient bovendien bij een hoge montage door een tweede veiligheidsophanging te
worden geborgd, die onafhankelijk is van de eigenlijke montage-inrichting. Bij fouten van het
hoofdophangsysteem mogen er geen onderdelen van de installatie naar beneden vallen.
Bij de montage moeten alle in dit verband relevante voorschriften in uw land nauwgezet wor-
den aangehouden.
Keuring van de installatie (bij commercieel/openbaar gebruik):
Vóór de eerste ingebruikneming en na ingrijpende wijzigingen dient de installatie (met inbegrip
van de elektrische aansluiting) door een deskundige gecontroleerd te worden.
De installatie moet een keer per jaar door een deskundige gecontroleerd worden.
Minstens om de 4 jaar moet een keuringsproef door een deskundige worden uitgevoerd.
• Het lichteffect kan worden opgesteld of met de meegeleverde montagebeugel worden gemonteerd.
• Wanneer u het apparaat niet opstelt, maar op een geschikt traversensysteem wilt monteren, bevestigt
u het lichteffect met de meegeleverde montagebeugel en een geschikte traverseklem die afzonderlijk
verkrijgbaar is.