44
11. Verhelpen van storingen
Met de dompelpomp heeft u een betrouwbaar product verworven dat volgens de nieuwste technische inzichten ver-
vaardigd werd. Toch kan het tot problemen en storingen komen. Neem daarom de volgende informatie in acht, over
hoe u mogelijke storingen kunt verhelpen.
Dompelpomp zuigt niet aan
• Open een evt. aanwezige sluitkraan aan de drukzijde aangezien de lucht niet uit de leiding of pomp kan ontsnap-
pen. Beweeg de pomp een beetje heen en weer. Breng evt. water in de dompelpomp of leiding in. Trek de netstek-
ker kort uit de contactdoos en verbind ze opnieuw.
• Reinig de aanzuigopeningen (vooraf dompelpomp van de netspanning loskoppelen!).
• De waterhoogte is te laag, resp. er wordt ook lucht aangezogen.
Dompelpomp start niet of stopt tijdens het gebruik
• Controlleer de stroomtoevoer of de stroomkringzekering en de aardlekschakelaar. Als de aardlekschakelaar is
geactiveerd moet u de dompelpomp van de stroomtoevoer ontkoppelen en op schade controleren (vb. netsnoer).
• Het pompwiel aan de binnenzijde van de dompelpomp is door vuil geblokkeerd. Ontkoppel de dompelpomp van de
stroomtoevoer, verwijder de leiding en spoel de binnenkant van de dompelpomp met water.
• De vlotterschakelaar werd niet correct geplaatst.
• De overtemperatuurbeveiliging is gesmolten. Ontkoppel de dompelpomp van de netspanning en laat de dompel-
pomp volledig afkoelen (minimum 30 minuten). Neem de oorzaak voor de overbelasting weg (vb. watertemperta-
tuur te hoog, te lange droogloop, etc.).
De doorvoerverplaatsing wordt minder, resp. is te laag
• Controleer de aanzuigopeningen op vervuiling.
• De dompelpomp zuigt lucht omdat de aanzuigopeningen niet meer volledig onder water liggen.
• Controleer de bevestiging van de leiding aan de dompelpomp.
• Controleer de leiding op ondichtheden of knikken.
• De doorvoerverplaatsing neemt in principe af, naarmate de opvoerhoogte groter is.
• De leidingsdiameter is te klein.
Vlotterschakelaar activeert de pomp niet of schakelt deze niet uit
• De vlotterschakelaar werd niet correct geplaatst.
• Bevestig de kabel naar vlotterschakelaar aan de zijde van de klemhouder zodat de vlotterschakelaar bij het berei-
ken van een laag waterpeil in vb. een cistern zich correct uitschakelt.