58
Pentoewijzing van de DMX-aansluiting: Pen1 = massa / Pen2 = (-) / Pen3 = (+).
c) Netaansluiting
Het stopcontact waarop het apparaat wordt aangesloten, moet gemakkelijk bereikbaar zijn
zodat het in geval van storingen snel en zonder gevaren van de netspanning kan worden ge-
scheiden.
Zorg ervoor dat het netsnoer niet met andere kabels in aanraking komt.
Wees voorzichtig bij het omgaan met netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning kan levens-
gevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
Laat kabels niet los liggen. Deze dienen op deskundige wijze gelegd te worden om gevaar voor
ongevallen te voorkomen.
Voordat het apparaat op de stroomvoorziening wordt aangesloten, dient u te controleren of het
apparaat is uitgeschakeld.
Let voor het verbinden van het netsnoer op dat de aan het kentekenplaatje aangegeven ap-
paraatspanning met de aanwezige netspanning overeenstemt. Als de gegevens niet overeen-
komen met de beschikbare netspanning, kunt u het apparaat niet aansluiten. Bij een verkeerd
ingestelde voedingsspanning kan het komen tot onherstelbare schade aan het apparaat en tot
gevaar voor de gebruiker.
• Verbind de eurostekker van de meegeleverde netkabel met de netaansluiting (5) aan de achterzijde van
het apparaat.
• De netstekker moet voor het bedrijf van het apparaat in een stopcontact met randaarde worden gesto-
ken. Steek echter de netstekker nog niet in. Voor het verbinden met het stroomnet moet eerst de tank met
mistvloeistof worden gevuld (zie „Bediening“).