7
ZO STELT U UW C.V.- KETEL IN BEDRIJF
1.
Volg allereerst de gebruikersinstructie die uw installa-
teur voor de gehele installatie heeft gemaakt. Is deze
niet aanwezig volg dan onderstaande instructies.
2. Controleer de waterdruk in de installatie (min. 0,8
bar). Zonodig bijvullen.
3. Open de gashoofdkraan.
4. Zorg dat de ketelregeling vragend staat.
5. Schakel de circulatiepomp in.
6. Schakel de elektrische voeding naar de ketel en de
hoofdschakelaar op het bedieningspaneel in.
7. Het volgende bedrijfsverloop zal via het
code
-ven-
ster zichtbaar zijn:
5
= Wachtstand: de ventilator gaat draaien en het
toestel wacht op voldoende luchttransport
(openen of sluiten luchtdrukverschilschakelaar).
1
= Ventileren (voorspoelen).
2
= Ontsteking van het gas-/luchtmengsel.
3
= Het toestel brandt.
De ketel is nu in bedrijf.
Werkt dit niet, zet dan tijdelijk de ketel op handbedie-
ning (zie hiervoor Hoofdstuk “Bediening” in de Techni-
sche Informatie), stel de aanvoertemperatuur in op de
gewenste waarde en verwittig uw installateur van het
probleem.
ZO STELT U UW CV - KETEL BUITEN BEDRIJF
1. Volg allereerst de gebruikersinstructie die uw installa-
teur voor de gehele installatie heeft gemaakt. Is deze
niet aanwezig volg dan onderstaande instructies.
2. Schakel de ketelregeling uit.
3. Sluit de gashoofdkraan.
4. Schakel de elektrische voeding van de ketel uit.
Let op! Denk om bevriezingsgevaar!
Bij lage temperaturen is het aan te bevelen de cv-instal-
latie op verlaagde temperatuur in bedrijf te laten i.v.m.
bevriezingsgevaar.
ZO ONTLUCHT U UW INSTALLATIE
1. Zet de regeling op warmtevraag.
2. Open alle radiatoren.
3. Stook de totale installatie op tot ca. 80°C.
4. Schakel de voeding van de ketel en de circulatie-
pomp uit.
5. Wacht ca. 10 minuten.
6. Ontlucht de installatie op alle ontluchtingspunten
(ketel, radiatoren, enz.).
7. Controleer de waterdruk en vul eventueel bij tot ca.
1,5 bar; vul de vulslang vóór het aankoppelen op de
installatie geheel met water.
8. Stel de ketel en de circulatiepomp weer in bedrijf.
Zonodig de ontluchtingsprocedure herhalen.
Let op!
Een slecht ontluchte installatie kan aanleiding geven
tot watercirculatiestoringen en hinderlijke geluiden in de
ketel, de leidingen en de radiatoren.
ZO HANDELT U BIJ STORING
U kunt, voordat u de installateur te hulp roept, eerst zelf
controleren of:
- de gaskraan geopend is
- de ketelregeling juist ingesteld is
- de elektrische voeding ingeschakeld is
- voldoende waterdoorstroming kan plaatsvinden
- de installatie voldoende gevuld is (min. waterdruk 0,8
bar)
Noteer altijd de storingscode alvorens te resetten (3 cij-
fers, inclusief knipperen en punten). Geef deze storings-
code altijd door bij eventuele vraag om ondersteuning.
Reset de storing d.m.v. de
reset
-toets, die zich op het
bedieningspaneel bevindt.
Gaat de ketel meteen weer in storing: installateur waar-
schuwen en genoteerde storingsoorzaak doorgeven.
Let op!
Wij adviseren uw cv-ketel jaarlijks een onderhoudsbeurt
te geven om een hoog rendement en een storingsvrij
functioneren te behouden.
Bij gaslucht:
gashoofdkraan dicht en gasbedrijf of
installateur waarschuwen.
Содержание 610 ECO
Страница 2: ...2 Remeha Gas 310 610 ECO...