Issue 11 / 2014
17/20
Router
Het niet opvolgen van bovenstaande veiligheidsinstructies kan resulteren in persoonlijke
verwondingen
Inklappen
-
Trek de handgreep op de zitting naar boven om de rollator in te klappen.
-
Vouw de rollator net zover in totdat de buizen van de zitting in het slot klikken.
Hoogte instelling van de handgrepen
-
Draai de vastzetknop los
-
Verstel de handgreep tot de juiste hoogte
-
Draai de knop weer aan.
De beide handgrepen horen op dezelfde hoogte ingesteld te staan.
Correct afgestelde handgrepen bevinden zich ter hoogte van de heup.
Laat de rollator nooit achter zonder deze eerst op de handrem gezet te hebben.
Gebruik van de rem
-
Om de rollator te stoppen of af te remmen kan men eenvoudigweg de hendels inknijpen.
-
Om stil te blijven staan kan men eenvoudigweg de rem ingeknepen houden
-
Om verder te lopen kan men de rem weer loslaten, de rem wordt automatisch gelost.
Bij stilstand moet de rem altijd ingeknepen gehouden worden.
Als iemand op de zitting zit, moet de rollator altijd op de handrem staan.
Vooral op een helling mag de rollator niet achtergelaten worden zonder dat hij op de handrem staat.
De handrem er op zetten en er weer afhalen.
-
Om de handrem er op te zetten, drukt U beide remhendels naar beneden totdat u deze hoort
klikken.
- Nu kunt u zich omdraaien en gaan zitten
-
Nadat u weer bent opgestaan keert U zich weer naar de rollator.
-
Om hem weer van de handrem af te zetten, knijpt U beide hendels naar boven zodat de handrem
weer gelost wordt.
Vóórdat de rollator in stilstand gebruikt wordt, moet hij ALTIJD eerst op de handrem gezet worden.
Als U op de rollator wilt gaan zitten, dient u niet te veel naar achteren te gaan zitten. U mag niet
gedeeltelijk boven de de boodschappentas gaan zitten.
Zit altijd rechtop als u op de rollator zit, waarbij Uw wonderarmen of Uw handen altijd lichtjes op de
handgrepen rusten.
Leun
NOOIT
achterover als U op de rollator zit.
7
Reinigingsvoorschift
Algemeen
Maakt de rollator regelmatig schoon en houd hem schoon
Licht vuil en stof kan met een vochtige doek afgenomen worden
Zwaardere verontreinigingen kunnen met een non-corrosieve milde zeep en warm water
weggehaald worden.
Gebruik geen schuur- of bleekmiddelen, welke schade of verkleuringen aan de lak kunnen
toebrengen.
Droog de natte delen met een zachte droge doek.
Wielen