79
c) Werkwijze bij het programmeren
• Schakel de zender in. Trek de gashendel in de stand volgas, houd deze dan in deze stand vast.
• Koppel de vaaraccu aan de vaarregelaar (gashendel bevindt zich nog altijd in de stand „volgas“). Er volgen eerst
twee korte pieptonen en daarna driemaal na elkaar twee lange pieptonen. De gashendel moet altijd nog in de
volgas-stand worden gehouden!
• Na de zonet beschreven pieptonen bevindt de vaarregelaar zich in de programmeermodus.
Er kunnen zes verschillende functies (zie tabel aan het begin van hoofdstuk 11) worden geselecteerd. Deze functies
worden in een gesloten lus na elkaar herhaald.
De eerste functie wordt aan de hand van een pieptoon beschikbaar voor selectie. Deze pieptoon wordt driemaal na
elkaar herhaald. Daarna wisselt de vaarregelaar naar de tweede functie (2 pieptonen, driemaal herhaald) etc. tot
aan de zesde functie om daarna opnieuw bij de eerste functie te beginnen. Welke functies er zijn, ziet u in de tabel
aan het begin van hoofdstuk 11.
• Als u de functie, die u opnieuw wilt programmeren via de pieptonen gesignaleerd krijgt (vb. 2 pieptonen voor de
programmering van de stuurweg), dan plaatst u de gashendel op uw zender in de neutrale stand (motor uit). Daarop
wordt de overeenkomstige functie geselecteerd.
• Bij elke functie hebt u meerdere instelmogelijkheden (zie tabel). Deze instelmogelijkheden worden opnieuw met
pieptonen weergegeven. Elke instelling wordt met een passende signaalvolgorde (aantal pieptonen) driemaal na
elkaar akoestisch gemeld (eveneens een gesloten lus). Hoeveel pieptonen welke functiewijziging bewerkt, ziet u in
de tabel bij het begin van hoofdstuk 11.
• Als de pieptonen u de correcte instelling signaleren, moet u om deze instelling te bewaren de gashendel in de stand
volgas zetten. De hendel moet daar zolang in deze positie worden gehouden tot de vaarregelaar door een pieptoon
de succesvolle programmering bevestigt.
Wilt u meer instellingen uitvoeren, dan houdt u de gashendel verder in de volgasstand vast. De signalering van het
volgende programmapunt volgt.
• Wilt u het programmeren stopzetten dan brengt u de gashendel in de laagste stand (motor uit). De signalering van
het volgende menupunt (pieptonen) volgt. Houd de gashendel verder in de laagste stand tot u de bevestigingstoon
van het initialiseren (2 pieptonen) hoort. De vaarregelaar is nu met nieuw geprogrammeerde instellingen bedrijfsklaar.