
100
e) Basisinformatie voor de besturing van modelhelikopters
Attentie, belangrijk!
Vooraleer u de helikopter mag laten vliegen, moet u eerst met volgende informatie rekening houden.
Voor u uw model in gebruik neemt, dient u eerst de beschikbare stuurmogelijkheden te leren kennen om het model op
een veilige manier te kunnen besturen. De modelhelikopter wordt met behulp van de twee stuurknuppels van de
afstandsbedieningszender bestuurd.
Volgende functies staan hier ter beschikking (houd hierbij ook rekening met de afbeeldingen op de volgende pagina):
Pitch-functie
Met behulp van de pitch functie wordt de vlieghoogte van de helikopter beïnvloed (zie afb. 8, positie A). De bediening
gebeurt met de linker stuurknuppel (zie afb. 1, positie 12). Deze kan naar voren en naar achteren bewogen worden
zonder dat deze, zoals bij de overige besturingsfuncties, steeds weer naar de middelste stand terugspringt. Daar de
invalshoek van de rotorbladen niet gewijzigd kan worden, gebeurt de regeling van de vlieghoogte via een gezamenlijke
toerentalwijziging van beide rotoren. Indien de stuurknuppel geheel naar het lichaam getrokken wordt, zijn de motoren
uit en staan de rotoren stil. Als de stuurknuppel naar voren geschoven wordt, beginnen de rotoren te draaien en
verhogen ze het toerental (al naar de knuppelpositie). Als de middenpositie van de stuurknuppel is bereikt, dient de
helikopter te zweven.
Staartfunctie
Omdat de modelhelikopter twee contraroterende rotoren heeft, ontstaat er ook geen koppel rond de rotoras. De
helikopter heeft dus geen staartrotor nodig voor de stabilisering. Om het model rond de rotoras te kunnen draaien,
draaien de beide rotoren met lichtjes verschillende toerentallen en zo begint het model te draaien (zie afb. 8, positie
B). De bediening van de staartfunctie gebeurt tevens met de linker stuurknuppel (zie afb. 1, positie 12). Als u de
knuppel lichtjes naar links beweegt, zal de punt van de romp naar links draaien. Indien u naar rechts stuurt, draait de
punt van de romp zich eveneens naar rechts.
Roll-functie
Met behulp van de roll functie kunt u de helikopter zijwaarts naar links en rechts bewegen (zie afb. 8, positie C). De
bediening gebeurt met de rechter stuurknuppel (zie afb. 1, positie 2). Als u de knuppel lichtjes naar links beweegt, zal
het model zijdelings naar links gaan. Stuurt u naar rechts, dan drift het model zijwaarts naar rechts.
Nick-functie
Met behulp van de nick functie kunt u de helikopter naar voren en achteren bewegen (zie afb. 8, positie D). De
bediening gebeurt eveneens met de rechter stuurknuppel (zie afbeelding 1, positie 2). Als u de knuppel lichtjes naar
voren drukt, vliegt het model naar voren. Als u de knuppel naar achteren trekt, vliegt het model naar achteren.
Содержание 20 78 55
Страница 19: ...17 Bild 8 Übersicht der Steuerfunktionen mit den entsprechenden Modellreaktion ...
Страница 47: ...45 Figure 8 Overview of the control functions with the corresponding model reactions ...
Страница 75: ...73 Figure 8 Vue d ensemble des fonctions de commande avec les réactions correspondantes du modèle réduit ...
Страница 103: ...101 Afbeelding 8 Overzicht van de stuurfuncties met de bijbehorende reacties van de helikopter ...
Страница 116: ...114 ...
Страница 117: ...115 ...