73
d) Zender en quadrocopter met elkaar verbinden
De zender gebruikt een frequentie van 2,4 GHz en heeft een zendbereik van ca. 35 meter, afhankelijk van de
omgeving en de omstandigheden ter plaatse.
• Sluit de accu van uw quadrocopter aan, nadat u eerst gecontroleerd hebt dat deze goed opgeladen is.
• Plaats uw quadrocopter op een vlakke ondergrond.
• Duw de linker joystick (6) van de zender omlaag.
• Zet de zender aan. Zet de
ON/OFF
-knop (9) op
ON
.
• Duw de linker joystick heel langzaam zover mogelijk omhoog en dan weer langzaam omlaag.
Als u deze stappen zorgvuldig hebt opgevolgd, ziet u op het moment dat de linker joystick onderaan in de
startpositie terugkeert hoe de LED ophoudt te knipperen, wat aangeeft dat de zender en de quadrocopter
nu op elkaar zijn afgestemd.
10. Eerste vlucht
De vluchttijd van uw quadrocopter kan variëren en is afhankelijk van verschillende factoren:
• De laadstatus van de accu.
• De snelheid waarmee u het toestel vliegt.
• De wind waaraan het toestel onderhevig is.
• Of het wel of niet is voorzien van een camera.
In het algemeen mag u van het toestel in de originele configuratie met de batterij volledig opgeladen een continu
zwevende vluchttijd van 6 tot 9 minuten verwachten, die afhankelijk van de bovenstaande factoren hoger of lager
kan uitvallen.
Wanneer de vluchtaccu bijna leeg is, blijven de rode en groene LED's snel knipperen. Laat de quadrocopter
onmiddellijk landen en laad na een afkoelperiode van 5 tot 10 minuten de vluchtaccu weer op.
De quadrocopter is een krachtige machine. U dient de linker joystick zachtjes te bewegen (de versnelling)
om ervoor te zorgen dat het toestel niet te snel klimt en een botsing veroorzaakt.
Beveiliging tegen te lage accu: de quadrocopter is uitgerust met een systeem waarbij de stroomtoevoer
naar de propellers wordt verbroken wanneer het niveau van de vluchtaccu te laag wordt. In dat geval dient
de accu eerst te worden opgeladen voordat het toestel weer kan vliegen.