68
• Houd u bij het inschakelen van de quadrocopter aan de in hoofdstuk 9 beschreven procedure voor
de voorbereiding op het vliegen. Dit is de enige manier om de zender en de ontvanger op elkaar af te
stemmen (met elkaar te verbinden), zodat uw model betrouwbaar reageert op de besturingscommando's
van uw zender.
• Controleer de werking van uw model en de afstandsbediening op betrouwbaarheid. Let vooral op zichtbare
schade, zoals beschadigde mechanische onderdelen (zoals propellers), defecte stekkerverbindingen of
beschadigde kabels. Alle bewegende delen van het model dienen soepel te lopen, maar mogen geen
speling hebben in het lager.
• Controleer voor elk gebruik de juiste en veilige positie van de propellers.
• De benodigde vluchtaccu dient vóór gebruik te worden opgeladen. Zorg ervoor dat de batterijen in de
zender nog voldoende lading hebben (zie de indicator). Als de batterijen leeg zijn, vervang dan altijd de
hele set, nooit de batterijen afzonderlijk.
• Zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen of lichaamsdelen in de zuigende omgeving van de propellers
bevinden wanneer deze draaien.
c) Tijdens het gebruik
• Neem tijdens het gebruik van het product geen risico’s! Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is
totaal afhankelijk van uw verantwoordelijk gebruik van het model.
• Verkeerd gebruik kan leiden tot ernstig letsel en schade aan eigendommen! Houd dus tijdens het gebruik
voldoende afstand tot mensen, dieren en dingen. Probeer het vliegende model nooit met uw hand vast
te pakken!
• Selecteer een geschikte locatie voor het gebruik van uw model.
• Vlieg alleen met uw model als uw reactievermogen niet wordt beperkt. De invloed van vermoeidheid,
alcohol of medicamenten kan verkeerde reacties veroorzaken.
• Laat uw model niet op toeschouwers of op uzelf toevliegen.
• De motoren, bewegende delen en vluchtaccu kunnen tijdens het gebruik verhitten. Neem daarom 5 tot
10 minuten pauze voordat u de ingebouwde vluchtaccu weer oplaadt.
• Schakel de afstandsbediening (zender) nooit uit terwijl het model in gebruik is. Koppel na het landen
altijd eerst de accu los van de quadrocopter. Pas dan mag de afstandsbediening worden uitgeschakeld.
• Los in geval van een defect of storing eerst het probleem op voordat u het model opnieuw gebruikt.
• Stel uw model of de afstandsbediening nooit gedurende langere tijd bloot aan direct zonlicht of
overmatige hitte.
• Als het model neerstort (van grote hoogte), kunnen de gyroscopische sensoren beschadigd raken. Het
model dient in dat geval absoluut uitvoerig te worden getest op een goede werking voordat u er weer
mee gaat vliegen!
• Als de quadrocopter een ongeluk heeft waardoor het anders gaat vliegen, hou dan meteen op het te
gebruiken.
• Schakel na een crash de propellers onmiddellijk uit. Draaiende propellers kunnen worden beschadigd
als ze met obstakels in contact komen (door overbelasting). Deze dienen voordat u opnieuw vliegt te
worden gecontroleerd op mogelijke scheuren of breuken!
• Om schade aan het model door neerstorten te voorkomen, wat zou kunnen gebeuren als de accu te ver
leeg raakt, raden wij u aan om altijd de indicatoren voor een te lage spanning in de gaten te houden.