75
b) Montage en instellen van de richtingsroersturing
Geleid de stuurstangen voor het richtingsroer (1) met de als „Z“ gebogen kant
door het verste gat van de servostuurhendel (2).
Neem nu eerst de zender en vervolgens het model in gebruik (zie punt g
„Plaatsen van de accu“).
De trimhendel voor de werking van het richtingsroer (zie afbeelding 2, positie
9) moet in de middenpositie staan. Controleer de neutraalstand van de
servostelhendel (2). De servohendel moet 90° ten opzichte van de lengterichting
van de servo staan.
Indien dit niet het geval is, moet u de kleine schroef (3) in het midden van de
servohendel verwijderen, de servohendel van de servo optillen en weer opnieuw
in een hoek van 90° terugplaatsen. Schroef vervolgens de bevestigingsschroef
weer in de servohendel.
Knip aan het andere uiteinde van de stang met de gaffelkop (4) de sturing af.
Het volgende geldt: neutraalstand op de zender = neutraalstand op de servo
(=90°) = neutraalstand van het richtingsroer.
Na het op lengte maken klemt u de gaffelkop in het bovenste gat van de
roerhoorn (5) vast.
c) Montage en instellen van de hoogteroersturing
Geleid de stuurstangen voor het hoogteroer (1) met de als „Z“ gebogen kant
door het verste gat van de servostuurhendel (2).
Neem nu eerst de zender en vervolgens het model in gebruik (zie punt 11.g
„Plaatsen van de accu“).
De trimhefboom voor het hoogteroer (zie afb. 2, positie 3) moet in de
middenpositie staan. Controleer de neutraalstand van de servostelhendel (2).
De servohendel moet 90° ten opzichte van de lengterichting van de servo staan.
Indien dit niet het geval is, moet u de kleine schroef (3) in het midden van de
servohendel verwijderen, de servohendel van de servo optillen en weer opnieuw
in een hoek van 90° terugplaatsen. Schroef vervolgens de bevestigingsschroef
weer in de servohendel.
Knip aan het andere uiteinde van de stang met de gaffelkop (4) de sturing af.
Het volgende geldt: neutraalstand op de zender = neutraalstand op de servo
(=90°) = neutraalstand van het hoogteroer.
Na het op lengte maken klemt u de gaffelkop in het bovenste gat van de
roerhoorn (5) vast.
Afb. 6
Afb. 7