88
89
NEDERL
A
NDS
Zenders Tx-1, Tx-5 en Tx-10
1
3
4
2
6
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
5
7
8
9
10
Functies zender
1. Toetsenbord.
2. LCD-scherm.
3. Afneembare accessoirebak.
4. D-cel batterijhouder.
5. Optionele lithium-ion accu.
6. Bluetooth-module (iLOC-model).
Toetsenbord zender
7. Aan/uit toets.
8. Frequentietoets.
9. Pijltjes omhoog en omlaag.
10. Metingtoets.
Pictogrammen
zenderscherm
11. Indicatie batterijniveau.
12. Uitlezing gebruiksmodus.
13. Pictogram Standby.
14. Indicatie uitgangsniveau.
15. Pictogram zendtang: Geeft aan dat
er een signaalzendtang of ander
accessoire is aangesloten.
16. Indicatie DC-voeding aangesloten.
17. Indicator inductiemodus.
18. A-Frame: Geeft aan dat de zender in
foutopsporingsmodus staat.
19. Stroomrichtingsmodus (CD-modus):
Geeft aan dat de zender in de
stroomrichtingsmodus (CD-Modus)
staat.
20. Indicatie spanningswaarschuwing:
Geeft aan dat de zender een potentieel
gevaarlijk spanningsniveau afgeeft.
21. Indicatie volumeniveau.
Alleen voor zenders met iLOC:
22. Pictogram koppelen: Wordt
weergegeven als de zender en
kabelzoeker verbonden zijn via iLOC.
23. Pictogram Bluetooth: Geeft de status
van de Bluetooth-verbinding weer. Een
knipperend pictogram betekent dat het
koppelen wordt uitgevoerd.