17
NL
Installeren
Veiligheidsmaatregelen
Om het risico voor ongevallen tijdens onderhouds- en
installatiewerkzaamheden tot het minimum te beperken dient men altijd de
grootst mogelijke voorzichtigheid in acht te nemen en het gevaar van
elektrische ongelukken in het oog te houden.
Installeren van de pomp
Trek de kabels dusdanig dat ze niet in scherpe bochten lopen of
vastgeklemd worden.
Sluit de kabel aan. Zie tevens onder ’Elektrische installatie’.
Sluit de drukleiding aan. Slangen, buizen en kleppen moeten worden
gedimensioneerd op de drukhoogte van de pomp. Zie onder
’Produktbeschrijving’.
Plaats de pomp op een solide ondergrond zodat hij niet omver kan vallen of
zich in kan graven. De pomp kan ook een stukje boven de bodem worden
opgehangen aan zijn hefhandgreep.
Bij continubedrijf moet de motor minstens halverwege zijn ondergedompeld.
Bij een te laag waterpeil moet de pomp daarom liggend worden geïnstalleerd.
Zie de illustraties. Neem voor nadere informatie a.u.b. contact op met
Pumpex.
WAARSCHUWING!
De hefvoorziening moet altijd gedimensioneerd zijn op het
gewicht van de pomp. Zie onder ’Produktbeschrijving’.
De pomp moet worden aangesloten op elektrische contacten of
startapparatuur die gemonteerd zijn op een plaats waar ze niet door water
overstroomd kunnen worden.
De elektrische installatie dient te worden uitgevoerd onder supervisie van
een erkend installateur.
Elektrische installatie
Controleer of de ingestempelde gegevens op het gegevensplaatje van de
motor kloppen met netspanning, frequentie, startapparatuur en startmodus.
Het net moet altijd met vertragingszekeringen worden gezekerd.
De motor dient te worden aangesloten op een externe motor beveiliging,
waarop ook de interne thermische beveiliging wordt aangesloten.
Enkel-fase motoren moeten worden aangesloten op de externe
condensator.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische uitrusting moet te allen tijde geaard zijn. Dit
geldt zowel voor de pomp- als voor eventuele
controleapparatuur.
N.B.: Een pomp voor 230 volt kan gebruikt worden voor het
spanningsbereik 220-240 volt. Een pomp voor 400 volt kan gebruikt worden
voor het spanningsbereik 380-415 volt.
Aansluiten van elektrische stator- en motorleidingen
De stator- en motorleidingen dienen te worden aangesloten overeenkomstig
het schema op bladzijde 27.
Voor het kunnen uitvoeren van een juiste aansluiting, moeten het aantal
leidingen, de eventuele controle-apparatuur en de startmodus (zie het
gegevensplaatje) bekend zijn.
Vervangen van kabel.
Ter voorkoming van lekkage dient men bij het vervangen van de kabel te
controleren:
–
of de rubberbus van de kabelinvoer en de ringen geschikt zijn voor de
WAARSCHUWING!
De elektrische installatie dient plaats te vinden conform
de landelijke en plaatselijke voorschriften.
kabel. Zie de reserveonderdelenlijst.
–
of de buitenkabel intact is. Bij het monteren van een eerder gebruikte
kabel moet de rubberbus altijd worden vervangen en moet de kabel
worden ingekort zodat de bus op een andere plaats komt.
N.B.:
Om veiligheidsredenen moet de massaleiding in de pomp langer zijn
dan de faseleidingen.
Als de motorkabel wordt losgerukt moet de massaleiding de leiding
zijn die het laatste van zijn aansluiting loskomt. Dit is aan beide
uiteinden van de kabel van toepassing.
Vóór inbedrijfstelling:
Controleer de draairichting. Tijdens de start rukt de pomp van bovenaf
gezien tegen de richting van de klok in.
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING!
Als de ingebouwde motorbeveiliging geactiveerd is geweest,
slaat de pomp af en herstart hij weer automatisch zodra hij
is afgekoeld.
WAARSCHUWING!
Het wijzigen van de draairichting aan een
stekkerverbinding zonder faseverschuiver mag alleen door
een erkend installateur worden uitgevoerd.
Als de draairichting onjuist is, moeten twee fasen worden verwisseld. Zie
onder ’Elektrische installatie’.
WAARSCHUWING!
De startruk kan hevig zijn. Houd de handgreep van de pomp
tijdens het controleren van de draairichting niet vast. Zorg
ervoor dat de pomp stabiel staat en niet kan verdraaien.
WAARSCHUWING!
Steek nooit een hand of vreemd voorwerp in de
inlaatopening aan de onderkant van de pomp zolang de
pomp met het elektriciteitsnet is verbonden.
Controleer voordat u begint met de inspectie van de pomp eerst of de
pomp inderdaad is gescheiden van het elektriciteitsnet en niet onder
stroom kan komen te staan.
WAARSCHUWING!
Voordat met werkzaamheden wordt begonnen eerst
controleren of de pomp van het elektriciteitsnet is
uitgeschakeld en of hij niet onder stroom kan komen te staan.
Regelmatige controles en preventief onderhoud resulteren in een meer
betrouwbaar functioneren. De pomp dient om de 6 maanden te worden
WAARSCHUWING!
In verband met onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
moet de pomp altijd goed schoon zijn gemaakt en dient men
een goede persoonlijke hygiëne in acht te nemen.
geïnspecteerd, onder zware bedrijfsomstandigheden vaker.
Voor een grote onderhouds- en inspectiebeurt a.u.b. contact opnemen met
een door Pumpex geautoriseerde werkplaats of dealer.
Controle
Pomponderdeel
Inspectie
Corrigerende actie
Kabels
Controleer of de buitenkabel intact is. Ga na of de kabels
Vervang de kabel.
geen te scherpe bochten maken of vastgeklemd zitten.
Verhelp het euvel.
Zichtbare onderdelen
Controleer of alle onderdelen intact zijn en of bouten,
Vervang versleten onderdelen.
schroeven en moeren aangehaald zijn.
Haal loszittende schroeven, bouten en moeren aan.
Waaier
Controleer of de onderdelen niet zo versleten zijn dat de
Vervang de waaier.
capaciteit nadelig wordt beïnvloed.
Asafdichting
Controleer of de olie zuiver is en geen water bevat.
Bij geringe lekkage: ververs de olie.
Bij grote lekkage: vervang de afdichting.
Slangen, buizen en kleppen Controleer of de uitrusting niet lekt of andere schade vertoont. Afstellen of defecte uitrusting vervangen.
Onderhoud
De fabrikant voorbehoudt zich het recht uitvoering en specificaties zonder voorafgaande mededeling te wijzigen.