- 50 -
s)
Gebruik geen hulpstukken die vloeibare koel-
middelen vereisen. Het gebruik van water of an-
dere vloeibare koelmiddelen kan een elektrische
schok veroorzaken.
Terugslag en desbetreffende veiligheidsvoor-
schriften
Terugslag is de plotse reactie van een draaiend
hulpstuk, zoals een slijpschijf, schuurband of
draadborstel, dat blijft haken of blokkeert. Het bli-
jven haken of blokkeren zorgt ervoor dat het rote-
rende hulpstuk abrupt tot stilstand komt. Hierdoor
wordt een ongecontroleerd elektrisch apparaat
tegen de draairichting van het hulpstuk versneld.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in een werkstuk
haakt of blokkeert, kan de zijde van de slijpschijf
die in het werkstuk snijdt, blijven hangen, waar-
door de slijpschijf vooruitschiet of een terugslag
veroorzaakt. De slijpschijf beweegt dan naar de
gebruiker toe van van hem weg, naargelang de
draairichting van de schijf op de blokkeerplaats.
Hierbij kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van ondeskundig
of verkeerd gebruik van het elektrische ge-
reedschap. Dit kan worden voorkomen door ge-
schikte veiligheidsmaatregelen te treffen zoals
hieronder beschreven.
a)
Houd het elektrische gereedschap goed vast
en plaats uw lichaam en uw armen in een positie
waarin u de terugslagkrachten kunt opvangen. De
gebruiker kan door geschikte veiligheidsmaatre-
gelen te treffen de terugslagkrachten beheersen.
b)
Ga bijzonder voorzichtig te werk in hoeken,
scherpe randen, etc. Voorkom dat hulpstukken
van het werkstuk terugkaatsen en vastklemmen.
Het roterende hulpstuk heeft de neiging om bij
hoeken, scherpe randen of als het terugkaatst,
vast te klemmen. Hier bestaat gevaar van contro-
leverlies of terugslag.
c)
Gebruik geen getand zaagblad. Dergelijke
hulpstukken veroorzaken vaak een terugslag, of
zorgen dat u de controle over het elektrische ge-
reedschap verliest.
d)
Beweeg het hulpstuk steeds in dezelfde richting
in het materiaal als deze waarin de snijkant het
materiaal verlaat (komt overeen met dezelfde
richting waarin het spaan wordt uitgeworpen).
Door het elektrische gereedschap in de verkeerde
richting te bewegen, schiet de snijdende kant van
het hulpstuk uit het werkstuk, waardoor het elekt-
rische gereedschap naar voren wordt getrokken.
e)
Span het werkstuk steeds vast bij het gebruik
van draaivijlen, slijpschijven, sneldraaifrezen of
freesgereedschap voor harde metalen. Reeds
bij geringe kanteling in de groef haken deze
hulpstukken vast en kunnen ze een terugslag
veroorzaken. Een slijpschijf die vasthaakt, breekt
gewoonlijk. Bij het vasthaken van draaivijlen,
sneldraaifrezen of freesgereedschap voor harde
metalen kan het hulpstuk uit de groef springen
en ervoor zorgen dat u de controle over het ge-
reedschap verliest.
Bijzondere veiligheidsvoorschriften voor het
slijpen en zagen:
a)
Gebruik uitsluitend de voor uw elektrische ge-
reedschap toegestane slijplichamen en uitsluitend
voor de aanbevolen toepassingen. Voorbeeld: Slijp
nooit met het zijvlak van een slijpschijf. Slijpschi-
jven zijn bedoeld om materiaal met de rand van
de schijf af te nemen. Zijdelings op deze slijpschijf
inwerkende krachten kunnen ze doen breken.
b)
Gebruik voor uw konische en rechte slijpstiften
met draad uitsluitend onbeschadigde stiften van
de juiste dikte en lengte, zonder ondersnijding ter
hoogte van de schouder. Geschikte stiften vermin-
deren de kans op een breuk.
c)
Vermijd dat de slijpschijf blokkeert of dat u ze te
hard tegen het werkstuk duwt. Maak geen over-
matig diepe sneden. Door een overbelasting van
de slijpschijf nemen de krachten erop toe en verh-
oogt de vatbaarheid voor kantelen of blokkeren en
zodoende de kans op een terugslag of breuk van
het slijplichaam.
d)
Vermijd met uw hand het bereik voor en achter
de roterende slijpschijf. Als u de slijpschijf in het
werkstuk van uw hand weg beweegt, kan het elek-