Downloaded from www.vandenborre.be
NL
5
INSTALLATIE
Zet
het
apparaat
neer
en
laat
het
twee
tot
drie
uur
staan,
zodat
het
systeem
kan
stabiliseren
voordat
u
het
voor
het
eerst
inschakelt.
Installeer
dit
apparaat
niet
vlak
naast
warmtebronnen
zoals
een
fornuis,
boiler
of
waar
het
aan
rechtstreeks
zonlicht
enz.
kan
worden
blootgesteld.
Laat
tenminste
10
cm
ruimte
aan
de
bovenkant
en
10
cm
aan
weerszijden
van
het
apparaat
en
tussen
de
achterkant
van
het
apparaat
en
de
achterliggende
wand
om
een
goede
luchtcirculatie
te
verzekeren.
Dit
apparaat
is
niet
geschikt
voor
inbouwinstallatie
(“inbouwen”)
Installeer
op
een
stevige,
vlakke
ondergrond.
Eventuele
oneffenheden
van
de
vloer
moeten
voor
de
installatie
worden
gecorrigeerd,
kleine
oneffenheden
kunnen
worden
verholpen
door
de
voorvoeten
van
het
apparaat
in
te
stellen.
OPMERKING
:
wanneer
het
apparaat
op
een
vloerkleed
wordt
neergezet,
mogen
de
voorvoeten
pas
worden
ingesteld
nadat
het
apparaat
de
tijd
heeft
gehad
om
te
stabiliseren.
BEDIENING
•
Th
Dit
apparaat
is
ontworpen
om
optimaal
te
werken
in
een
omgevingstemperatuur
tussen
18º
en
38º.
Het
apparaat
zal
niet
correct
functioneren
als
deze
temperaturen
worden
overschreden,
met
andere
woorden
als
de
omgeving
kouder
of
warmer
is.
Wanneer
de
omgevingstemperatuur
langdurig
wordt
overschreden,
gaat
de
temperatuur
binnenin
de
diepvries
boven
‐
18º
stijgen
en
kan
voedselbederf
optreden.
•
Verwijder
alle
verpakkingsmaterialen
uit
het
apparaat.
Reinig
de
binnenkant
van
de
kast
met
lauw
water
en
soda
(5
ml
per
0,5
liter
water).
Droog
het
apparaat
zorgvuldig.
•
Wanneer
u
uw
apparaat
voor
het
eerst
in
gebruik
neemt
of
na
het
ontdooien,
schakelt
u
de
thermostaatknop
minstens
2
uur
naar
de
maximumstand
voordat
u
levensmiddelen
gaat
inzetten.
Daarna
schakelt
u
de
thermostaatknop
naar
de
normale
stand.
•
In
geval
van
stroomonderbreking
mag
u
de
deur
niet
openen.
Zolang
de
stroomonderbreking
minder
dan
12
uur
duurt
is
er
geen
gevaar
voor
ingevroren
levensmiddelen.
Als
de
stroomonderbreking
langer
duurt,
moeten
de
levensmiddelen
gecontroleerd
en
ofwel
meteen
opgegeten
ofwel
gekookt
en
opnieuw
ingevroren
worden.
De
thermostaatknop
instellen
De
temperatuur
in
de
koelkast
wordt
geregeld
met
behulp
van
een
thermostaatknop,
die
zich
bovenaan
de
koelkast
bevindt.
Draai
de
knop
van
de
stand
STOP
(0)
naar
een
hoger
cijfer
voor
een
lagere
temperatuur.
De
thermostaatknop
kan
worden
ingesteld
van
stand
1
tot
7.
Hoe
hoger
de
instelling
van
de
knop
(hoe
groter
het
cijfer),
hoe
lager
de
temperatuur
(kouder)
in
alle
compartimenten
van
het
apparaat.
Veranderingen
van
de
omgevingstemperatuur
hebben
een
invloed
op
de
temperatuur
binnenin
het
apparaat.
Kies
daarom
de
juiste
instelling
van
de
thermostaatknop
in
overeenstemming
met
uw
omgevingsomstandigheden.