!
Snijd in geen geval de isolatie van de voe-
dingskabel open om andere apparatuur van
stroom te voorzien. De stroomcapaciteit van
de voedingskabel is beperkt.
LET OP
!
U mag kabels nooit inkorten omdat daardoor
storing kan optreden in het beveiligingscir-
cuit.
!
Verbind de negatieve luidsprekerkabel nooit
rechtstreeks met de aarding.
!
Voeg meerdere negatieve luidsprekerkabels
nooit samen.
!
Als de systeemafstandsbedieningskabel van
de versterker met de voeding is verbonden via
de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), blijft
de versterker ingeschakeld zolang het contact
aan staat (ongeacht of de autoradio is in- of
uitgeschakeld). Hierdoor kan de accu worden
uitgeput wanneer de motor uit staat of statio-
nair draait.
!
Installeer de apart verkrijgbare accukabel zo
ver mogelijk van de luidsprekerkabels.
Installeer de apart verkrijgbare accukabel,
aardkabel, luidsprekerkabels en de versterker
zelf zo ver mogelijk van de antenne, de anten-
nekabel en de tuner.
De luidsprekers aansluiten
De versterker kan op twee luidsprekers parallel
worden aangesloten. Sluit de luidsprekerdra-
den correct aan volgens de afbeeldingen hier-
onder.
Voorzorgsmaatregelen voor parallelle
aansluiting
!
Als u twee luidsprekers parallel aansluit,
moet u ervoor zorgen dat de synthetische
impedantie tussen 1
W
en 8
W
bedraagt om
te voorkomen dat de versterker brandt vat,
gaat roken en/of beschadigd raakt.
!
Als u een parallelaansluiting maakt met
een synthetische impedantie van minder
dan 1
W
, kan de versterker door een stan-
daardfunctie bij een hoog volume automa-
tisch gedempt worden. Verlaag in dat geval
het volume tot de demping uitgeschakeld
wordt.
Aansluiten op één luidspreker
Luidsprekeruitgang
Aansluiten op twee luidsprekers
De uitgang van twee luidsprekers is gelijk aan
die van één luidspreker.
Luidsprekeruitgang
Nl
69
Hoofdstuk
Nederlands
03
De toestellen aansluiten