DRB1569-A
Nl
13
Nederlands
115
114
f
USB audio-ingangssignaalindicator
Licht op wanneer er geluidssignalen voor de diverse kanalen worden ontvangen
van de computer.
g
DIGITAL, CD/
LINE, PHONO, LINE, USB */* keuzeschakelaar
(bladzijde 14)
Kies de ingangsbron van elk kanaal voor de componenten die op dit apparaat
zijn aangesloten.
h
TRIM instelling (bladzijde 14)
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via elk kanaal.
i
EQ/ISO (HI, MID, LOW) instellingen (bladzijde 14)
Deze regelen de toonweergave van de diverse kanalen.
j
Kanaalniveau-aanduiding (bladzijde 14)
Toont het geluidsniveau van de diverse kanalen voor ze door de kanaalfaders
geleid worden.
k
COLOR instellingen (bladzijde 15)
Deze wijzigen de SOUND COLOR FX parameters van de diverse kanalen.
l
Kanaal-fader (bladzijde 14)
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden uitgestuurd via elk kanaal.
m
CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B) keuzeschakelaar (bladzijde 14)
Stellen de uitgangsbestemming van elk kanaal in op [
A
] of [
B
].
n
Crossfader-regelaar (bladzijde 14)
Voor weergave van geluidssignalen die zijn toegewezen via de crossfader-toewij-
zingsschakelaar, overeenkomstig de curvekarakteristiek die is gekozen met de
[
CROSS FADER
] (crossfadercurve-keuzeschakelaar).
o
MASTER LEVEL instellingen (bladzijde 14)
Regelt het uitgangsniveau van de geluidsweergave via het [
MASTER
] kanaal.
p
Hoofdniveau-aanduiding (bladzijde 14)
Toont het uitgangsniveau van de geluidsweergave via het [
MASTER
] kanaal.
q
BALANCE instellingen (bladzijde 15)
Voor het regelen van de links/
rechts balans van de geluidsweergave via de
[
MASTER1
] aansluitingen enz.
r
MONO, STEREO keuzeschakelaar (bladzijde 15)
Schakelt de geluidsweergave van de [
MASTER1
] aansluitingen enz. heen en
weer tussen mono en stereo.
s
BOOTH MONITOR instellingen (bladzijde 15)
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden weergegeven via de
[
BOOTH
]-aansluiting.
t
EQ CURVE (ISOLATOR, EQ) keuzeschakelaar (bladzijde 14)
Schakelt de functie van de [
EQ/ISO
(
HI
,
MID
,
LOW
)] instellingen om.
u
CH FADER ( , , ) keuzeschakelaar (bladzijde 14)
Schakelt de kanaalregelcurve-karakteristiek om.
v
CROSS FADER ( , , ) keuzeschakelaar (bladzijde 14)
Voor omschakelen van de crossfader-curvekarakteristiek.
w
ON/OFF (UTILITY) knop
—
ON
/
OFF
: Zet de MIDI-functie aan/
uit (bladzijde 17).
—
UTILITY
: Toont het [
USER SETUP
] of [
CLUB SETUP
] scherm (bladzijde 23).
x
START/
STOP toets (bladzijde 17)
Verzendt de MIDI-start/
MIDI-stop signalen.
y
LFO FORM (WAKE UP) knop
—
LFO FORM
: Wanneer [
MIDI LFO
] is geselecteerd bij BEAT EFFECT, wordt
de golfvorm van het MIDI-signaal omgeschakeld telkens wanneer er op de
knop wordt gedrukt (bladzijde 20).
—
WAKE UP
: Annuleert de automatische uitschakeling (automatische rust-
stand) (bladzijde 23).
z
Hoofdbeeldscherm
A
X-PAD (bladzijde 16)
Regelt de kwantitatieve parameter van de BEAT EFFECT functie.
B
BEAT
c
,
d
toetsen (bladzijde 16)
Bepaalt de beatfractie voor het synchroniseren van het effectgeluid.
C
TAP (ENTER) toets
—
TAP
: Wanneer de BPM meetmethode is ingesteld op [
TAP
], moet de BPM
met de hand worden ingesteld door op de toets te tikken met een vinger
(bladzijde 16).
—
ENTER
: Gebruikt om de instellingen van dit toestel te wijzigen (bladzijde 23).
D
QUANTIZE knop
!
Gebruikt om de instellingen van dit toestel te wijzigen (bladzijde 23).
!
Wanneer de QUANTIZE-functie is ingeschakeld voor het BEAT EFFECT,
wordt het effect toegepast op het geluid zonder dat het tempo verloren
wordt voor het spelende muziekstuk. (bladzijde 16).
E
AUTO/TAP toets (bladzijde 16)
Schakelt de BPM-meetmethode om.
F
DELAY, ECHO, SPIRAL, REVERB, TRANS, FILTER, FLANGER,
PHASER, ROBOT, MELODIC, SLIP ROLL, ROLL, REV ROLL, SND/RTN
(MIDI LFO) keuzeschakelaar (bladzijde 16)
Schakelt het BEAT EFFECT effecttype om.
G
1, 2, 3, 4, MIC, CF.A, CF.B, MASTER keuzeschakelaar (bladzijde 16)
Schakelt het kanaal om waarop het BEAT EFFECT zal worden toegepast.
H
TIME instelling (bladzijde 16)
Regelt de tijdparameter van het BEAT EFFECT.
I
LEVEL/
DEPTH instelling (bladzijde 16)
Regelt de kwantitatieve parameter van het BEAT EFFECT.
J
ON/
OFF toets (bladzijde 16)
Zet de BEAT EFFECT functie aan/
uit.
Trek niet te hard aan de knoppen voor de kanaalfader en crossfader. Deze knop-
pen zijn niet ontworpen om verwijderd te kunnen worden. Te hard aan de knoppen
trekken kan leiden tot schade aan het toestel.
Содержание DJM-900nexus
Страница 51: ...DRB1569 A 51 ...
Страница 77: ...DRB1569 A 77 ...
Страница 103: ...DRB1569 A 103 ...
Страница 129: ...DRB1569 A 129 ...
Страница 155: ...DRB1569 A 155 ...
Страница 181: ...DRB1569 A 181 ...
Страница 182: ...DRB1569 A 182 ...
Страница 183: ...DRB1569 A 183 ...