<NEDERLANDS>
<ITALIANO>
Preparativi
Installazione della batteria al litio.
(Fig. 3)
Aprire il coperchio sul retro dell’unità e inserire una
pila al litio “CR2032” nell’unità con il lato positivo
(+) rivolto verso l’alto.
Sostituzione della pila al litio. (Fig. 4)
• Sostituire la pila con una pila al litio CR2032.
• Sostituire la pila nell‘unità usando una barra ras-
tremata non metallica.
Installazione
AVVERTIMENTO
• Evitare di installare questa unità in luoghi dove il
funzionamento di dispositivi di sicurezza come
palloni a gonfiaggio automatico possa essere osta-
colato dall’apparecchio. Altrimenti c’è il rischio di
incidenti mortali.
• Fissare questa unità saldamente al volante con la
cinghia in dotazione. Se l’unità non è ben fissata,
disturba la stabilità di guida e può causare inci-
denti stradali.
• Non applicare questa unità alla circonferenza
esterna del volante, altrimenti disturba la stabilità
di guida e causa incidenti stradali. Applicare sem-
pre l’unità alla circonferenza interna del volante
come illustrato (Fig. 5).
Nota:
• Non installare questa unità dove possa ostruire
la vista del conducente.
• Poiché la struttura interna differisce da una
vettura all’altra, anche la posizione ideale per
l’installazione dell’apparecchio è diversa. Per
l’installazione dell’apparecchio, scegliere una
posizione che assicuri una trasmissione otti-
male dei segnali dall’apparecchiatura princi-
pale Pioneer AV.
Installazione dell’unità su un’auto
con volante a sinistra
1. Agganciare la cintura al supporto.
(Fig. 6)
2. Fissare il supporto al bordo inter-
no del volante in modo tale che il
supporto sia rivolto verso il con-
ducente. (Fig. 7)
qw
Avvolgere la cintura attorno al bordo
esterno del volante, facendo passare
l’estremità nello slot del supporto.
e
Tirare la cintura fino a tenderla, quindi
bloccarla mediante gli altri due ganci del
supporto.
3.
r
Tagliare la parte in eccedenza.
(Fig. 8)
t
Qualora vi siano ancora parti di cintura
che sporgono, ripiegarle nello slot, in modo
tale che non possano creare interferenze.
4. Procedere nello stesso modo anche
per l’altra cintura. (Fig. 8)
5. Installare l’unità del telecomando
sul supporto (Fig. 9).
Togliendo il telecomando dal supporto,
spostare la parte corrugata di rilascio (*1)
per quanto possibile verso il volante prima
far scorrere il telecomando verso di sè.
Installazione del microfono
• Installare il microfono in una posizione in cui la
direzione e la distanza dal conducente siano otti-
mali per la ricezione dei comandi.
• Collegare il microfono al sistema di navigazione
solo dopo averlo spento (ACC OFF).
Installazione sul parasole
1. Inserire il microfono nel fermaglio
del microfono. (Fig. 10)
2. Applicare il fermaglio del micro-
fono al parasole. (Fig. 11)
Installare il microfono sul parasole quando questo è
sollevato. Se il parasole fosse abbassato, il microfono
non potrebbe raccogliere la voce del conducente.
Installazione sul piantone dello sterzo
1. Inserire il microfono nel fermaglio
del microfono. (Fig. 12)
2. Installare il fermaglio del micro-
fono sul piantone dello sterzo.
(Fig. 12,13)
1
. Inserire il cavo del microfono nella scanalatura.
2
. Installare il fermaglio sulla parte inferiore del
piantone dello sterzo.
Regolazione dell'angolazione del
microfono (Fig.14)
L'angolazione del microfono può essere regolata spo-
stando in avanti o indietro l'angolo della clip.
Caratteristiche tecniche
Generale
Alimentazione .............................................. 3 V CC
(pila al litio CR2032)
Dimensioni ................ 38 (L)
×
67 (A)
×
18 (P) mm
Peso .................................................................. 37 g
(inclusi supporto e pila)
Microfono
Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ø2.5 mm
Lunghezza cavo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 m
Peso . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 g
(inclusi Fermaglio microfono e cavo)
Nota:
•
Le caratteristiche tecniche e il design sono
soggetti a possibili modifiche senza preavviso
dovute a miglioramenti.
Voorbereidingen
Plaats de lithiumbatterij. (Afb. 3)
Open de klep aan de achterkant van dit toestel en doe
een lithium batterij van het type “CR2032” in het
toestel met de positieve (+) pool naar boven.
Vervangen van de lithium batterij. (Afb. 4)
• Vervang de batterij door een CR2032 lithiumbat-
terij.
• Vervang de batterij in het toestel met behulp van
een taps toelopend, niet metalen voorwerp.
Installeren
WAARSCHUWING
• Installeer de stuurafstandsbediening niet op plaat-
sen waar het de werking van veiligheidsmechanis-
men, bijvoorbeeld een airbag, zou kunnen hin-
deren. Een verkeerde plaats kan ernstige
ongelukken veroorzaken.
• Bevestig de stuurafstandsbediening stevig aan het
stuur met gebruik van de riem. Een loszittende
stuurafstandsbediening kan het besturen van de
auto hinderen met mogelijk ongelukken tot
gevolg.
• Bevestig dit toestel in geen geval aan de buiten-
rand van het stuur. Hier zal het toestel in de weg
zitten bij het besturen van uw auto, hetgeen zal
leiden tot verkeersongevallen. Bevestig dit toestel
altijd aan de binnenrand van het stuur, zoals afge-
beeld (Afb. 5).
Opmerking:
• Plaats de stuurafstandsbediening niet ergens
waar het het zicht van de bestuurder zou kun-
nen verslechteren.
• De ideale plaats voor de installatie van de unit
is verschillend afhankelijk van het interieur
van de auto. Kies een plaats waar de signalen
goed van de unit naar de Pioneer AV hoofd-
unit kunnen worden gestuurd.
Installeren van de stuurafstandbe-
diening in een auto met het stuur
links
1. Haak de riem op de houder vast.
(Afb. 6)
2. Bevestig de houder aan de binnen-
ste rand van het stuur zodat de
houder in de richting van de
bestuurder wijst. (Afb. 7)
qw
Wikkel de riem rond de buitenste rand
van het stuur en plaats het uiteinde door de
gleuf in de houder.
e
Trek de riem aan en zet hem vervolgens
met de twee overige haken aan de houder
vast.
3.
r
Knip het overtollige gedeelte
van de riem af (Afb. 8).
t
Als een gedeelte van de riem er nog
steeds uitsteekt dan kunt u dit uiteinde in de
gleuf vouwen om te voorkomen dat dit
uiteinde het besturen van de auto belem-
merd.
4. Maak de andere riem op dezelfde
manier vast (Afb. 8).
5. Plaats de stuurafstandsbediening
in de houder. (Afb. 9)
Bij het verwijderen van de stuurafstandsbe-
diening uit de houder moet u het geribbelde
gedeelte (*1) zo ver mogelijk naar het stuur
drukken en dan de stuurafstandsbediening
naar u toe schuiven.
Installatie van de microfoon
• Installeer de microfoon op een plek waar de richt-
ing en de afstand tot de bestuurder het oppikken
van de stem van de bestuurder vergemakkelijken.
• Sluit de microfoon op het navigatiesysteem aan
nadat u het navigatiesysteem heeft uitgezet (ACC
OFF).
Monteren aan de zonneklep
1. Maak de microfoon vast aan de
microfoonclip. (Afb. 10)
2. Bevestig de microfoonclip aan de
zonneklep. (Afb. 11)
Doe de microfoonclip aan de zonneklep wanneer
deze naar boven geklapt is. De stem van de bestuur-
der zal niet herkend worden wanneer de zonneklep
naar beneden staat.
Installatie op de stuurkolom
1. Maak de microfoon vast aan de
microfoonclip. (Afb. 12)
2. Bevestig de microfoonclip op de
stuurkolom. (Afb. 12,13)
1
. Klem het microfoonsnoer in de groef.
2
. Zet de clip een beetje naar achteren op de stu-
urkolom.
De richting van de microfoon
afstellen (Afb.14)
De richting van de microfoon kan afgesteld worden
door de microfoonklem naar voren of achteren te ver-
plaatsen.
Technische gegevens
Algemeen
Spanningsbron .............................. 3 V gelijkstroom
(Lithiumbatterij: CR2032)
Afmetingen: ................ 38 (b)
×
67 (h)
×
18 (d) mm
Gewicht ............................................................ 37 g
(inclusief houder en batterij)
Microfoon
Aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ø2.5 mm
Kabel lengte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 m
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 g
(inclusief Microfoonclip en Kabel)
Opmerking:
•
Technische gegevens en ontwerp zijn ter pro-
duktverbetering zonder voorafgaande kennisgev-
ing wijzigbaar.