LET OP
!
PIONEER raadt montage en onderhoud van
het display door de gebruiker zelf af. Bij instal-
latie of onderhoud van het toestel bestaat er ri-
sico op elektrische schokken en andere
gevaren. Laat installatie en onderhoud van het
display dan ook over aan erkend serviceperso-
neel van Pioneer.
!
Gebruik kabelklemmen of isolatietape om de
bekabeling op een veilige manier aan te bren-
gen. Laat geen niet-aangesloten kabels los-
hangen.
!
Boor geen gat in het motorcompartiment om
de gele kabel van het display op de accu aan
te sluiten. De trilling van de motor kan er na
verloop van tijd toe leiden dat de isolatie van
de kabel wordt beschadigd op het punt tussen
het passagiersgedeelte en het motorcomparti-
ment. Bevestig de kabel op dit punt dan ook
met extra zorg.
!
Zorg ervoor dat de kabels geen beweegbare
onderdelen van het voertuig blokkeren, zoals
de versnellingspook, de handrem of het me-
chanisme om de stoelen te verschuiven.
!
Maak de kabels niet korter. Als u dat doet, kan
het gebeuren dat het beveiligingscircuit niet
werkt als dat nodig is.
Verbindingen
Belangrijk
!
Als dit toestel wordt geïnstalleerd in een voer-
tuig met een contactschakelaar zonder ACC-
stand (accessory-stand), moet de rode kabel
worden aangesloten op een aansluiting die de
bediening van de contactschakelaar herkent.
Anders kan de accu leeglopen.
ACC
ON
S
T
A
R
T
O
FF
ON
S
T
A
R
T
O
FF
ACC-stand
Geen ACC-
stand
!
Gebruik van dit toestel op een andere manier
dan hieronder wordt beschreven, kan leiden
tot brand of storingen.
—
Voertuigen met een accu van 12 volt en ne-
gatieve aarding.
!
Om kortsluiting, oververhitting of storingen te
voorkomen, moet u onderstaande aanwijzin-
gen opvolgen.
—
Koppel de negatieve aansluiting van de
accu los voordat u het toestel installeert.
—
Gebruik kabelklemmen of plakband om de
bekabeling op een veilige manier aan te
brengen. Gebruik plakband om de kabels
te beschermen op plaatsen waar zij tegen
metalen onderdelen liggen.
—
Plaats de kabels niet in de buurt van be-
weegbare onderdelen, zoals de versnel-
lingspook of de rails van de stoelen.
—
Leg geen kabels op plaatsen die heet kun-
nen worden, zoals dichtbij de kachel.
—
Steek de gele kabel niet door een gat naar
het motorcompartiment om de kabel met
de accu te verbinden.
—
Dek kabelaansluitingen die niet worden ge-
bruikt af met isolatietape.
—
Verwijder niet de bedekking van de RCA-
aansluitingen als RCA-kabels niet worden
gebruikt.
—
Maak de kabels niet korter.
Aansluiten en installeren
Nl
92
Hoofdstuk
04
130.com.ua
Autogood products «130»