www.petsafe.net 55
Probleemoplossing
De ontvangerhalsband piept niet of
corrigeert niet.
• Controleer de batterij om er zeker van te zijn dat deze juist is geïnstalleerd.
• Controleer of beide lampjes op de omheiningszender oplichten. Is dit niet het
geval, voer dan de "korte lus test" uit.
De ontvangerhalsband piept, maar
mijn huisdier reageert niet op de
statische correctie.
• Zorg ervoor dat het correctieniveau is ingesteld op 2 of hoger.
• Test de ontvangerhalsband met het testlampje terwijl u naar de grensdraad loopt.
• Als het testlicht knippert, controleer dan de pasvorm van de ontvangerhalsband.
• Trim de vacht van uw huisdier waar de contactpunten in contact staan met de nek.
• Verhoog het statische correctie niveau.
• Herhaal de trainingsstappen om de training te herbevestigen
• Koop een sterkere ontvangerhalsband door contact op te nemen met de
Klantendienst.
De ontvangerhalsband moet bovenop
de grensdraad gehouden worden, om te
worden geactiveerd.
• Vervang de batterij.
• Draai de grensbreedtecontroleschakelaar met de klok mee om de afstand te
vergroten vanaf de grensdraad die de ontvangerhalsband activeert.
• U kunt ook de grensbreedtecontroleschakelaar op een andere stand zetten.
• Als u een dubbele lus gebruikt, zorg er dan voor dat de grensdraden 1 tot -1,5 m
worden gescheiden.
• Als de ontvangerhalsband nog steeds bovenop de grensdraad gehouden moet
worden, voer dan een 'kort lus test' uit.
De ontvangerhalsband activeert
binnenin het huis.
• Draai de grensbreedtecontroleschakelaar met de klok mee om de afstand te
vergroten vanaf de grensdraad die de ontvangerhalsband activeert.
• Zorg ervoor dat de grensdraad niet te dicht langs het huis loopt. Het signaal kan
door de muren van uw huis heen worden verzonden.
• Zorg ervoor dat de grensdraden zijn gewikkeld, vanaf de grens naar de
omheiningszender.
Het signaal is inconsistent
(onregelmatig).
• Zorg ervoor dat de omheiningszender tenminste 1 m is verwijderd van grote
metalen objecten of apparaten.
• Zorg ervoor dat alle bochten in de grensdraad geleidelijk (afgerond) zijn.
• Zorg ervoor dat de grensdraad niet parallel loopt en binnen 1,5 m langs elektrische
leidingen, naastliggende begrenzingssystemen, telefoondraden, televisie - of
antennekabels of satellietschotels ligt.
• Als een naburig beperkingssysteem een inconsistent signaal kan veroorzaken, neem
dan contact op met de klantendienst om te bezien of een systeem met een andere
frequentie de situatie kan verhelpen.
De indicatielampjes voor stroom en
lussen zijn uit.
• Controleer of de adapter in de omheiningszender is ingeplugd.
• Probeer een ander stopcontact.
• Verwijder het deksel van de zekering aan de achterzijde van de omheiningszender
en vervang de zekering door het reserve-exemplaar dat zich daar ook bevindt.
• Als de lampjes nog steeds niet aangaan moeten de omheiningszender en/of de
stroomadapter worden vervangen. Neem contact op het de klantenservice.
Het stroomlampje is aan, de
lusindicator is uit en het lusalarm van
de omheiningszender gaat aan (piept).
• Zorg ervoor dat beide uiteinden van de grensdraad in de grensdraadaansluitingen
zijn gestoken en dat ca. 1 cm (
3
/
8
in.) isolatie is gestript zodat het koper zichtbaar is.
• Voer een 'korte lus test' uit om te bepalen of de omheiningszender moet worden
vervangen of dat de grensdraad is gebroken (pagina 56).
• Als de omheiningszender correct werkt, heeft u een breuk in de grensdraad.
Zie de "Lokaliseren van een breuk in de grensdraad" sectie in deze gids.
De zekering slaat door bij vervanging.
• De omheiningszender en/of stroomadapter dient te worden vervangen.
Neem contact op het de klantenservice.