![Pego 202BASE Скачать руководство пользователя страница 8](http://html1.mh-extra.com/html/pego/202base/202base_manual_1521992008.webp)
Pag. 8
ECP202 BASE
– Parameters Abstract
Rev. 01-21
F6
Verdamperventilatoren
activeren
voor
luchtrecirculatie.
De ventilatoren worden gedurende
een door F7 gedefinieerde tijd geactiveerd als ze niet
voor de F6-tijd zijn begonnen te werken. Als de
activeringstijd samenvalt met de ontdooitijd, wacht u het
einde van het ontdooien.
0
– 240 min
0 = (functie niet geactiveerd)
0 min
F7
Verdamper ventilatieduur voor
luchtrecirculatie.
Fans werktijd voor F6
0-240 sec
10 sec
dE
Sensor aanwezigheid
Als de verdampersensor Is aangesloten
worden
ontdooiingen
uitgevoerd
volgens
cyclusperiode d0: ontdooiing eindigt als een
externe sensor aanspreekt en het remote
ontdooicontact schakelt en sluit of als tijd d3
afloopt.
0 = verdampersensor aanwezig
1 = geen verdampersensor
0
d1
Type ontdooicyclus
, omkeersysteem (heet
gas) of met ontdooi-elementen
0 = verwarmingselement
1 = heet gas
2 = kachel met temperatuurregeling
0
dPo
Ontdooien bij inschakelen
0 = uitgeschakeld
1 = ontdooien bij inschakelen (indien
mogelijk)
0
dSE
Slim ontdooien
0 = uitgeschakeld
1 = ingeschakeld
0
dSt
Smart Defrost Setpoint (indien dSE = 1)
Het tellen van de tijd tussen het ontdooien wordt alleen
geïncrementeerd als de compressor AAN staat en de
verdampertemperatuur lager is dan dSt.
-30 ÷ 30 °C
1°C
dFd
Weergave weergeven tijdens ontdooien
0 = huidige temperatuur
1 = temperatuur aan het begin van het
ontdooien
2 = "DEF"
1
Ad
Netwerkadres
voor
aansluiting
op
het
TeleNET supervisor systeem
0 ÷ 31 (met SEr=0)
1 ÷ 247 (met SEr=1)
0
SEr
RS-485 communicatieprotocol
0 = TeleNET-protocol
1 = Modbus-RTU-protocol
0
Bdr
Modbus baudrate
0 = 300 baud
1 = 600 baud
2 = 1200 baud
3 = 2400 baud
4 = 4800 baud
5 = 9600 baud
6 = 14400 baud
7 = 19200 baud
8 = 38400 baud
5
Prt
Modbus pariteitscontrole
0 = none | 1 = even | 2 = odd
0
Ald
Minimum-
en
maximum
temperatuur
signalering en alarm weergave vertraging
0 ÷ 240 min
120 min
C1
Minimum tijd tussen uit- en inschakelen van de
compressor
.
0 ÷ 15 min
0 min
CAL
Ruimtesensor waarde correctie
-10,0 ÷ +10,0 °C
0,0 °C
CE1
Duur van de inschakeltijd van de compressor in het
geval
van
een
defecte
omgevingssonde
(noodmodus).
Als CE1 = 0 blijft de noodmodus in aanwezigheid van
fout
E0
uitgeschakeld,
de
compressor
blijft
uitgeschakeld en ontdooien wordt voorkomen om de
resterende koude te behouden.
0 ÷ 240 min
0 = uitgeschakeld
0 min
CE2
Duur van de UIT-tijd van de compressor
in het geval van een defecte omgevingssonde
(noodmodus).
5 ÷ 240 min
5 min
doC
Compressor veiligheidstijd voor deurschakelaar:
als de deur open is schakelt de verdamperventilator en
de compressor zal continue werken gedurende tijd
doC
, daarna schakelt hij uit.
0 ÷ 5 minuten
0 min
tdo
Compressor herstarttijd na opening van de deur.
Wanneer de deur wordt geopend en na de tdo-tijd, is
het teruggekeerd naar de normaal functionerende deur
open alarm (ED). Als de deurschakelaar is gesloten en
het lampje langer blijft branden dan wordt het Tdo-
lichtcelalarm gesignaleerd (E9). Met tdo = 0 is de
parameter uitgeschakeld.
0 ÷ 240 min
0 = uitgeschakeld
0 min
Fst
Ventilator uitschakeltemperatuur
De ventilator stopt als de temperatuur waarde van de
verdampersensor hoger is dan deze waarde.
-45 ÷ +99 °C
+99 °C